Contact met casemanager dus spreekuur met bedrijfsarts niet nodig? Nee!
Door: Natascha Schenk
Weer een boeiende uitspraak over de loonsanctie die het UWV kan opleggen aan de werkgever als onvoldoende aan re-integratie is gedaan! Er speelt de laatste tijd veel op dit vlak en in deze uitspraak komen een aantal zaken mooi samen. Onder andere de vraag of werkgevers nu al rechten kunnen ontlenen aan het wetsvoorstel waarin het oordeel van de bedrijfsarts leidend wordt bij de RIV-toets.
Periodieke evaluatie door bedrijfsarts of casemanager
De eerste vraag die de rechtbank beantwoordt is de vraag of contact met de bedrijfsarts achterwege kan blijven als er wél contact is tussen werknemer en procesregisseur (casemanager) en tussen werknemer en werkgever. Nee, oordeelt de rechtbank Gelderland.
In de periode van juli 2020 tot 8 januari 2021 zijn er geen periodieke evaluaties van de bedrijfsarts. In die periodes had werknemer weliswaar contact met de procesregisseur van de arbodienst en de werkgever, maar daarvan zijn geen verslagen gemaakt. De rechtbank concludeert daarom dat er in die periode onvoldoende zicht was op de mogelijkheden van werknemer tot re-integratie. Nu de UWV-arts meent dat juist in die periode sprake was van een verbetering van de mogelijkheden, zijn er re-integratiekansen gemist.
Wetsvoorstel oordeel bedrijfsarts leidend
Zoals de meesten van ons weten, ligt er een wetsvoorstel op basis waarvan niet langer een loonsanctie opgelegd kan worden vanwege een meningsverschil tussen de bedrijfsarts en de UWV-arts. Deze werkgever deed een beroep op dit wetsvoorstel. Tevergeefs. Alleen al vanwege het feit dat het wetsvoorstel nog niet aangenomen is, kan de werkgever daarop geen geslaagd beroep doen.
Nuancering rechtbank Oost-Brabant
Al eerder schreef ik over de nuancering die de rechtbank Oost-Brabant heeft aangebracht in de vaste rechtspraak van de Centrale Raad. De rechtbank meent dat in sommige gevallen de werkgever mag vertrouwen op het oordeel van de bedrijfsarts. Als later blijkt dat de bedrijfsarts een verkeerde inschatting heeft gemaakt, kan dat niet “voor rekening en risico” van de werkgever komen. Oftewel: een loonsanctie kan niet opgelegd worden.
Ook in deze zaak werd daar een beroep op gedaan. Zonder succes echter. Het onjuiste advies van de bedrijfsarts komt wel degelijk voor rekening en risico voor de werkgever omdat zij niet in redelijkheid kon vertrouwen op het advies dat de bedrijfsarts gaf. Volgens de rechtbank had de werkgever in redelijkheid vraagtekens moeten plaatsen bij het ontbreken van contacten met de bedrijfsarts in de periode van juli 2020 tot januari 2021.
Tip!
Werkgevers, houd in de gaten hoe vaak er contact is tussen de werknemer en de bedrijfsarts. Het kan niet zo zijn dat er zes maanden geen contactmomenten zijn! Het is gebruikelijk dat er iedere vier tot zes weken contact is. Controleer of dit ook daadwerkelijk gebeurd.
Uitspraak nalezen?
Deze post schreef ik naar aanleiding van een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland. Die kun je hier nalezen: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBGEL:2023:187