Stoppen met re-integratie na herstelverklaring? Niet altijd!
Door: Natascha Schenk
Re-integratie, het blijft uitdagend en complex. Soms lijkt het simpel, maar blijkt het (juridisch) tóch ingewikkelder te zijn dan je dacht. Want als jouw (ex-)werknemer hersteld wordt gemeld door de bedrijfsarts, dan stop je met de re-integratie. Toch? Klinkt logisch. Maar als de (ex-)werknemer zich met succes verzet tegen die herstelmelding dan loop je het risico van een UWV-sanctie als je bent gestopt met de re-integratie.
Situatie
Werknemer wordt ziek en gaat op 5 oktober 2015 ziek uit dienst. Omdat de ex-werkgever eigenrisicodrager is, krijgt hij een ZW-uitkering via de ex-werkgever. Per 26 juli 2016 wordt de werknemer hersteld gemeld door de bedrijfsarts en eindigt de ZW-uitkering. De ex-werkgever stopt op dat moment ook met de re-integratie inspanningen.
De werknemer verzet zich echter tegen de herstelmelding. En met succes! Op 18 april 2017 wordt de ex-werkgever geïnformeerd over het feit dat het bezwaar van werknemer tegen de herstelverklaring gegrond is verklaard. Op dat moment is er echter al bijna negen maanden niets aan re-integratie gedaan.
Ziekengeldsanctie
Het UWV legt daarom een ziekengeldsanctie op. De ziekengeldsanctie is vergelijkbaar met de loonsanctie die een werkgever kan krijgen als hij onvoldoende aan re-integratie heeft gedaan van de werknemer die nog bij hem in dienst is. De werkgever gaat daartegen in beroep. Naar aanleiding daarvan trekt het UWV de ziekengeldsanctie in. Maar daar eindigt het nog niet! De werknemer gaat daartegen namelijk in hoger beroep en claimt dat de ziekengeldsanctie ten onrechte is ingetrokken door het UWV.
Oordeel Centrale Raad
Het UWV was van mening dat de werkgever een deugdelijke grond had voor het ontbreken van re-integratie-activiteiten ná 25 juli 2016. Vanwege de hersteldverklaring zou de re-integratieverplichting van de werkgever als eigenrisicodrager zijn geëindigd. Daar is de Centrale Raad het niet mee eens. De ziekengeldsanctie was terecht opgelegd en mocht niet ingetrokken worden door het UWV.
Er was geen deugdelijke grond voor het achterwege laten van re-integratie-activiteiten nu de herstelverklaring onzorgvuldig tot stand was gekomen. De consequenties daarvan komen voor rekening en risico van de werkgever. De ziekengeldsanctie was dus terecht opgelegd.
Oftewel: de werkgever had ook na de hersteldverklaring de re-integratieactiviteiten moeten voortzetten.
Tip!
De hersteldverklaring in deze zaak was onzorgvuldig omdat door de bedrijfsarts slechts beperkt onderzoek was gedaan naar de psychische klachten. De bedrijfsarts had geen duidelijk beeld van de diagnostiek en had geen informatie opgevraagd bij de behandeld psychiater.
Mijn tip is daarom: wordt de hersteldverklaring door de werknemer betwist, leun dan niet achterover als werkgever! Bevraag de bedrijfsarts over de wijze waarop de hersteldverklaring tot stand is gekomen en vraag desnoods het oordeel van een andere (staf)bedrijfsarts.
Meer informatie?
Deze post schreef ik naar aanleiding van deze uitspraak van de Centrale Raad van Beroep: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:2850
Vooral rechtsoverweging 4.5.2 is interessant in dit kader. Overigens is deze uitspraak zo geformuleerd dat ik ook ruimte zie om deze toe te passen op de werkgever die géén ZW-eigenrisicodrager is. Als de werknemer in dat geval de herstelmelding betwist door middel van een second opinion of deskundigenoordeel en later blijkt dat de werknemer inderdaad niet hersteld was, loop je als werkgever ook dan het risico dat je te lang niets aan re-integratie hebt gedaan. Je kunt dan een loonsanctie van 52 weken krijgen.