UWV te laat met beslissen? Wacht niet te lang met de ingebrekestelling!

Door: Natascha Schenk

Heb je een WIA-uitkering bij het UWV aangevraagd? Dan is de kans groot dat je lang moet wachten op een beslissing. Dat geldt vaak ook als je in bezwaar bent gegaan tegen een WIA-beslissing. Dat je, na het verstrijken van de beslistermijn, een in gebreke stelling kunt sturen naar het UWV is gelukkig bij veel mensen al bekend. Maar wist je ook dat je daar niet te lang mee moet wachten?!

Beslistermijn
UWV moet zich houden aan wettelijke beslistermijnen die in de Wet WIA staan. Zo moet binnen 8 weken beslist worden op de WIA-aanvraag. Dien je bezwaar in tegen een WIA-beslissing? Dan moet UWV daar binnen 13 of 17 weken (na het verstrijken van de bezwaartermijn) op beslissen.

Het UWV mag de beslistermijn eenmaal verlengen met 6 weken. Lukt het niet om binnen die verlengde termijn te beslissen? Dan kun je kiezen:
* je stemt vrijwillig in met een volgende verlenging; of
* je stelt het UWV in gebreke.

In gebreke stellen
Is de beslistermijn voorbij (en heb je géén toestemming gegeven voor verlenging), dan kun je UWV schriftelijk in gebreke stellen. Twee weken later begint de termijn te lopen waarover een dwangsom verschuldigd is. UWV moet jou dan een vergoeding betalen voor het feit dat zij te laat zijn met beslissen.

Daarnaast kun je, als 2 weken na de ingebrekestelling nog geen besluit is afgegeven, een “beroep niet tijdig beslissen” in stellen bij de rechtbank.

Onredelijk laat
Er geldt geen harde termijn voor het indienen van de ingebrekestelling. In de wet staat alleen dat het UWV jou geen dwangsom hoeft te betalen als de ingebrekestelling “onredelijk laat” is ingediend.

Voorbeeld
Vorige week oordeelde de Centrale Raad over een zaak waarin de ingebrekestelling tien maanden na het verstrijken van de beslistermijn werd ingediend. Dit was, ook volgens de Centrale Raad, onredelijk laat en daarom hoefde het UWV géén dwangsom te betalen.

Dat is niet verwonderlijk overigens. In 2015 oordeelde de Centrale Raad al dat een ingebrekestelling na 4,5 maand ook onredelijk laat was. In 2020 herhaalde de Centrale Raad dat nog eens ten aanzien van een ingebrekestelling die werd ingediend na 17 weken.

Tip!
Wacht niet te lang met een ingebrekestelling. Volgens de wetsgeschiedenis zou je dit “hooguit binnen enkele weken” na het verstrijken van de beslistermijn moeten doen. Uit de jurisprudentie blijkt dat 17 weken te lang is, dus neem geen risico en wacht niet te lang.

En ook:
Wacht je lang op een uitspraak van de rechtbank of Centrale Raad? Dan kun je daarvoor ook een vergoeding vragen. Die is € 500,- voor ieder half jaar dat de redelijke termijn is overschreden. De redelijke termijn voor de rechtbank is 18 maanden en voor de Centrale Raad 24 maanden. Als de vertraging het gevolg is van Corona kan deze termijn met nog eens 4 maanden verlengd worden.

Achtergrondinformatie De recente uitspraak van de Centrale Raad waarnaar ik verwijs, vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:2687 (r.o. 4.4.2 en 4.4.3)

De uitspraak uit 2015, kun je hier nalezen: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2015:2642 (r.o. 4.6)

In 2020 deed de Centrale Raad deze uitspraak: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2020:2768 (r.o. 4.5 en 4.6)

De Kamerstukken waarin staat dat de ingebrekestelling “hooguit binnen enkele weken” ingediend moet worden, vind je hier: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-29934-6.html