Door: Natascha Schenk

Oei! Deze week een uitspraak van het Tuchtcollege waaruit blijkt hoe snel een gesprek met de bedrijfsarts kan escaleren. Deze bedrijfsarts koos bewust voor een strategie waarbij de zieke werknemer geen kans zou krijgen om het gesprek naar zijn eigen hand te zetten. Dit leidde tot een woordenwisseling waarna het spreekuur na drie minuten werd beëindigd en de uitkering van de werknemer werd gekort vanwege het niet meewerken aan de re-integratie. Hoe zat dat?

Situatie
Werknemer is ziek en krijgt een ZW-uitkering van de ex-werkgever die ZW-eigenrisicodrager is. In dat kader wordt hij opgeroepen bij de bedrijfsarts. Na twee spreekuren bij de ene bedrijfsarts wordt hij doorverwezen naar een andere bedrijfsarts. En daar gaat het mis.

Spreekuur
Tijdens het spreekuur ontspoort het gesprek al snel. Een aantal citaten uit de geluidsopname van dat gesprek om dit te illustreren:

“werknemer: Wie bent u eigenlijk meneer?
bedrijfsarts: Ik stel hier de vragen.”

“werknemer: Uh, wie bent u?
bedrijfsarts: Nee, dat gaat u niets aan.
werknemer: Bent u C? Ik zit hier voor C.
bedrijfsarts: Dat gaat u niets. Ik ga mij niet voorstellen”

“bedrijfsarts: Hoe gaat het met je ik wil nu antwoord op die vraag.
werknemer: Ja uh even rustig alstublieft. Ik vind dit intimiderend.
bedrijfsarts: Nee niets rustig. Jij gaat mij niet vertellen of ik mij rustig moet houden. Ik vraag jou hoe het met je is.”

“werknemer: Ik ga zo niet verder praten, want ik vind dit intimiderend.
bedrijfsarts: Dan ga je er nu uit, dan ga je er nu uit.”

Sanctie voor werknemer
Zoals “beloofd” door de bedrijfsarts, wordt het re-integratiebureau geïnformeerd over het vroegtijdig beëindigen van het spreekuur. Op basis van de beschrijving daarvan door de bedrijfsarts, wordt het UWV verzocht de ZW-uitkering te korten. Dat doet het UWV. De uitkering wordt gedurende 2 maanden met 10% gekort (later wordt dit door de rechter bijgesteld naar 5%).

Opname
Deze werknemer wendt zich tot het Tuchtcollege en krijgt daar op alle fronten gelijk. De bedrijfsarts heeft niet de zorg verleend die van hem verlangd mocht worden.

Deze werknemer kon zijn klachten onderbouwen met een geluidsopname van het spreekuur. Uit een eerdere uitspraak van het Tuchtcollege bleek al dat het heimelijk opnemen van een spreekuur niet netjes is, maar dat er geen verplichting geldt om vooraf toestemming te vragen het gesprek op te nemen. Opnemen van het gesprek met de bedrijfsarts mag dus! Ook zonder toestemming.

Tip!
Ik wil absoluut niet iedereen oproepen het gesprek met de bedrijfsarts op te nemen. Als er voldoende vertrouwen is in de bedrijfsarts, is dat ook niet nodig. Voor deze werknemer bleek het achteraf een zegen te zijn dat er wel een opname was. Mijn tip is vooral: je hoeft je niet op deze wijze te laten behandelen door de bedrijfsarts! Je kunt een klacht indienen bij de arbodienst of je wenden tot het Tuchtcollege.

Meer weten?
De uitspraak van het Tuchtcollege, waarin ook de volledige transcriptie van het spreekuur te lezen is, vind je hier: https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2023/ECLI_NL_TGZREIN_2023_10

Dat een gesprek met de bedrijfsarts opgenomen mag worden, lees je onder andere in deze uitspraak: https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2022/ECLI_NL_TGZRAMS_2022_31

Kleine disclaimer is wellicht op zijn plek: ik ken alleen de feiten zoals die in de uitspraak te lezen zijn. Nu in de uitspraak het gedrag en het handelen van de bedrijfsarts centraal stonden, kan ik weinig zeggen over het gedrag en handelen van de werknemer. Daarover geeft de uitspraak namelijk weinig informatie.




Door: Natascha Schenk

Je werkgever doet veel te weinig om jou te helpen tijdens de re-integratie. Dat heb je al vaker bij hem aangegeven maar zonder succes. Jouw re-integratie blijft weinig prioriteit krijgen. Je bent dan ook hoogst verbaast als het UWV géén loonsanctie oplegt aan de werkgever. Het UWV vindt dat de werkgever voldoende heeft gedaan. Je wilt je hier niet bij neerleggen, maar wat kun je doen?

Bezwaar
Heeft de werkgever volgens het UWV voldoende aan jouw re-integratie gedaan en wordt daarom géén loonsanctie opgelegd, dan moet dit in een besluit kenbaar gemaakt worden. Tegen dat besluit kun je binnen zes weken bezwaar indienen. Als je een schadevergoeding wilt van het UWV omdat zij ten onrechte géén loonsanctie hebben opgelegd, is het belangrijk dat je dit doet. Maak je geen bezwaar, dan is de kans op een schadevergoeding ook klein.

Let op!
Dit geldt ook wanneer je van mening bent dat de loonsanctie ten onrechte is bekort op verzoek van de werkgever én ook wanneer geen loonsanctie opgelegd werd omdat het UWV te laat was met beslissen daarover (dit moet gedaan worden vóórdat je 104 weken ziek bent).

Schadevergoeding
Wees je ervan bewust dat een succesvolle procedure niet kan leiden tot het alsnog opleggen of voortzetten van de loonsanctie. Dat is simpelweg niet mogelijk als de 104 weken ziekte al zijn verstreken. Jouw werkgever merkt dus in feite niets van jouw succesvolle procedure bij het UWV.

Krijg je echter gelijk in de bezwaarprocedure en blijkt dat inderdaad ten onrechte geen loonsanctie is opgelegd (of ten onrechte is bekort) dan kun je een schadevergoeding vragen aan het UWV.

Hoogte
Bij de hoogte van de schadevergoeding moet je rekening houden met een aantal dingen:
* bij de berekening van de schade wordt er vanuit gegaan dat de loonsanctie 12 maanden had geduurd;
* dat jouw WW of WIA-uitkering 12 maanden eerder is ingegaan, leidt niet tot een hogere schadevergoeding;
* loonschade wordt alleen vergoedt wanneer je tijdens de loonsanctie recht had op een hoger inkomen dan je nu hebt ontvangen vanuit je WW- of WIA-uitkering.
* pensioenschade wordt ook betrokken bij de schadevergoeding.

Tip!
Laat je goed informeren over de schadeposten die je kunt betrekken bij het schadevergoedingsverzoek en zet dat af tegen de moeite die je moet doen voor de schadevergoeding. Heb je volgens jouw CAO recht op meer dan 70% loon tijdens de loonsanctie of verdien je (ruim) boven het gemaximeerde dagloon? Dan zal het in de regel eerder zinvol zijn om je te verzetten tegen het niet opleggen of bekorten van de loonsanctie.

Ben je werkgever en wil je schadevergoeding vanwege het ten onrechte opleggen van een loonsanctie? Dat kan ook!

Uitspraken nalezen? Kijk dan hier.
Niet opleggen van een loonsanctie opnemen in een besluit: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2015:298

Het belang van het indienen van een bezwaarschrift: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2015:810

Bezwaar maken tegen het bekorten van de loonsanctie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2023:792

Bezwaar tegen het niet opleggen van de loonsanctie vanwege het verstrijken van de termijn: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2014:1268

Bezwaar leidt niet tot alsnog opleggen loonsanctie: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2017:1239

Uitgangspunt bij schadeberekening dat loonsanctie 12 maanden geduurd zou hebben: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2016:498

Over de hoogte van hoogte van de loonschade: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2015:4875 en https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2020:1516


Door: Natascha Schenk

Als je het niet eens bent met de weigering van je WIA-uitkering kun je binnen zes weken bezwaar indienen. Maar wat doe je in de tussentijd? Een WW-uitkering aanvragen lijkt vreemd omdat je juist vindt dat je niet kunt werken (daarom ga je ook in bezwaar tegen de WIA-beslissing). Toch kán het wel: een WW-uitkering aanvragen terwijl je in bezwaar gaat tegen de WIA-weigering. Maar dan moet je wel weten wat je wél en niet moet doen.

Beschikbaar
Om een WW-uitkering te krijgen, moet je beschikbaar zijn voor arbeid. Dat is lastig als je in de WIA-bezwaarprocedure claimt dat je beperkingen hebt en misschien wel helemaal niet kunt werken. Volgens de Centrale Raad moet jouw beschikbaarheid echter uit “houding en gedrag” blijken. Het enkele feit dat je in bezwaar gaat tegen de WIA-weigering is geen reden om aan te te nemen dat je niet beschikbaar bent voor arbeid.

Doen
Zorg ervoor dat je voldoet aan de WW-verplichtingen. Solliciteer voldoende en schrijf je in als werkzoekende. Krijg je passende arbeid aangeboden, probeer dat dan.

Niet doen
Vul niet in op je WW-aanvraag: “Ik ben afgewezen voor de WIA-uitkering. Ik kan nog niet werken en heb geen inkomen”. De Centrale Raad oordeelde daarover eerder al dat dit terecht leidde tot een weigering van de WW-uitkering.

Uit een recente uitspraak van de rechtbank Zeeland-West Brabant kan worden afgeleid dat de enkele telefonische melding van een betrokkene dat hij ziek is, nog niet voldoende is om de WW-uitkering te weigeren. De rechtbank vindt dat het UWV in dat geval nadere uitvraag moet doen naar de feitelijke beschikbaarheid van betrokkene. Mijn advies zou zijn om zelf ook pro-actief aan te geven dat je beschikbaar bent voor passend werk. Daarmee voorkom je een hoop problemen met de WW-aanvraag.

Tip!
Sta je iemand bij tijdens een WIA-bezwaarprocedure? Adviseer de betrokkene dan een WW-uitkering aan te vragen (als de WIA geweigerd is en er nog WW-rechten zijn). Leg uit dat het niet verstandig is om op het WW-aanvraagformulier in te vullen dat je nog ziek bent. Help desnoods met de WW-aanvraag zodat je niet geconfronteerd wordt met een WW-weigering en een bezwaarprocedure daartegen.

Meer weten?
Uitspraak van de Centrale Raad nalezen over weigering WW na melding “ik kan nog niet werken…” nalezen? Dat kan hier:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2020:1459

Daarin lees je dat de betrokkene nog is gebeld door het UWV en dat namens betrokkene is bevestigd dat zij nog ziek is. Dat heeft haar zaak zeker geen goed gedaan. Daar kwam nog bij dat zij zich ook niet had ingeschreven als werkzoekende. Dat opgeteld bij haar verklaringen op de WW-aanvraag maakte dat het UWV er vanuit mocht gaan dat uit “houding en gedrag” voldoende is gebleken dat betrokkene niet beschikbaar is voor de arbeidsmarkt.

Uitspraak van de rechtbank Zeeland-West Brabant lezen? Die vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2023:3105 (r.o. 9).



Door: Natascha Schenk

Het blijft toch goed opletten met de WIA-voorschotten die het UWV verstrekt. Hoewel het al enige tijd vaste praktijk is dat het WIA-voorschot niet wordt teruggevorderd als later blijkt dat er géén (of een lager) recht was op een uitkering, blijkt in sommige gevallen dat het UWV tóch overgaat tot terugvordering. Hoe zit dat en is dat altijd terecht?

Juridisch Kader
De hoofdregel is dat een voorschot terugbetaald moet worden als achteraf blijkt dat er géén recht was op een uitkering. Dat geldt ook als er wél recht was op een uitkering maar het voorschot te hoog was vastgesteld. In de Kamerbrief van 30 augustus 2021 heeft minister Koolmees laten weten dat op die hoofdregel tijdelijk een uitzondering gemaakt mag worden. Die uitzondering houdt in dat het UWV geen voorschotten terugvordert die zijn betaald aan mensen die te lang op een WIA-beoordeling hebben moeten wachten.

Buitenwettelijk begunstigend beleid
Die tijdelijke uitzondering wordt ook wel “buitenwettelijk begunstigd beleid” genoemd. In de Kamerbrief staat dat dit beleid verder uitgewerkt wordt in een beleidsregel die ook gepubliceerd wordt. Dat is tot op heden nog niet gebeurd. In een recente uitspraak van de rechtbank Overijssel is te lezen dat het UWV wél een interne gedragsregel heeft die is gebaseerd op de Kamerbrief. Die is echter niet gepubliceerd.

In de praktijk
Werkneemster vraagt na twee jaar ziekte een WIA-uitkering aan. Omdat de beoordeling van die aanvraag lang op zich laat wachten vanwege het artsentekort bij het UWV, krijgt zij per 24 juli 2020 een voorschot op de WIA-uitkering. Op 10 augustus 2021 stelt het UWV vast dat zij géén recht heeft op een WIA-uitkering. Aan haar wordt daarom met terugwerkende kracht een WW-uitkering toegekend die later wordt omgezet in een ZW-uitkering. Die uitkeringen blijken lager te zijn dan het voorschot dat zij heeft ontvangen. Het UWV vordert daarom bijna € 8.000,- van haar terug.

Oordeel rechtbank
De rechtbank Overijssel gaat hier niet in mee. Het UWV baseert zich bij de terugvordering op de interne gedragsregel. Daaruit zou blijken dat in dit geval wél teruggevorderd mocht worden. Aangezien deze niet gepubliceerd is en daarmee niet kenbaar is gemaakt, baseert de rechtbank zich voor toepassing van het beleid op de Kamerbrief zelf. Die Kamerbrief geeft geen aanleiding voor terugvordering in dit geval.

Tip
Wordt jouw WIA-voorschot teruggevorderd? Laat je dan goed (juridisch) adviseren. Je hoeft geen genoegen te nemen met een verwijzing van het UWV naar de interne gedragsregel. Overigens deed de rechtbank Midden-Nederland eerder een uitspraak waaruit blijkt dat bij samenloop van inkomsten uit arbeid met het WIA-voorschot het UWV wél mag terugvorderen. Lees vooral mijn eerdere post daarover als je meer wilt weten.

Achtergrondinformatie
Kamerbrief van Koolmees teruglezen? Dat kan hier: https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/08/30/kamerbrief-kwijtschelding-wia-voorschotten

Het persbericht van het UWV hierover, kun je hier terugvinden: https://www.uwv.nl/nl/persberichten/uwv-stopt-met-terugvorderen-wia-voorschotten?friendlyurl=/overuwv/pers/persberichten/2021/uwv-stopt-met-terugvorderen-wia-voorschotten.aspx

De uitspraak van de rechtbank Overijssel vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2023:1222

De uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland lees je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2022:3646

Door: Natascha Schenk

Geen compensatie transitievergoeding bij te late WIA-beoordeling als daaruit blijkt dat werknemer niet meer ziek is?! Voor compensatie van de transitievergoeding is vereist dat de werknemer twee jaar ziek is geweest en het dienstverband om die reden wordt beëindigd. Maar wat als het UWV achteraf concludeert dat de werknemer al hersteld was vóór die twee jaar?

Voorwaarden voor compensatie
Eén van de voorwaarden is dat de arbeidsovereenkomst eindigt nádat de werknemer twee jaar ziek is geweest.

Let op! Eindigt een tijdelijk dienstverband van rechtswege nadat de werknemer al twee jaar ziek is, maar beëindig je het tijdelijke dienstverband tóch met een vaststellingsovereenkomst? Dan heb je géén recht op compensatie van de transitievergoeding!

Casus
Vanwege de achterstanden bij het UWV werd pas ná het verstrijken van de wachttijd (dus na 104 weken) een WIA-beslissing genomen. Daarbij concludeert de UWV-arts dat de werknemer op het einde van de wachttijd niet meer ziek was voor het eigen werk en daarom de wachttijd niet heeft volgemaakt. De WIA-uitkering wordt daarom geweigerd.

Omdat werknemer gedurende het tweede spoortraject succesvol is herplaatst bij een nieuwe werkgever wordt, twee maanden na de WIA-weigering, afscheid genomen middels een vaststellingsovereenkomst. De werkgever betaalt de transitievergoeding en vraagt compensatie daarvoor aan bij het UWV.

Standpunt UWV
UWV weigert de compensatie omdat niet aan de voorwaarden is voldaan. Werknemer is namelijk volgens het UWV geen twee jaar ziek geweest. Zij verwijzen daarbij naar de WIA-weigering.

Oordeel rechtbank
De rechtbank gaat daarin niet mee. De werkgever heeft wél recht op compensatie. Uit de overwegingen van de rechtbank blijkt dat de omstandigheden van dit geval (104 weken loon betaald, succesvolle re-integratie, adviezen van de bedrijfsarts etc.) daarbij een grote rol spelen.

Tip!
Deze werkgever had uiteindelijk tóch recht op compensatie maar dit kan in een ander geval, ook anders aflopen. Wil je zeker zijn van compensatie van de transitievergoeding? Dan kun je wellicht toch beter de WIA-beslissing afwachten.

Let ook op de inhoud van die WIA-beslissing. Een WIA-weigering is voor de werkgever financieel gunstig, maar als de weigering gebaseerd is op het standpunt dat werknemer geen 104 weken ziek is geweest, kun je met compensatie van de transitievergoeding in de problemen komen. Laat je dus goed adviseren over een eventuele bezwaarprocedure tegen de WIA-weigering!

Achtergrondinformatie
De uitspraak van de rechtbank Overijssel vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2022:2075

De uitspraak over de weigering van de compensatie bij beëindiging van een tijdelijk dienstverband middels VSO, vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2022:7228

Andere interessante uitspraken over de tweejaars-termijn en compensatie van de transitievergoeding zijn hier te lezen:
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2022:953
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOBR:2021:5635
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2022:1409

Door: Natascha Schenk

Eerder schreef ik al over het UWV en dat zij op tijd moeten beslissen op een aanvraag of bezwaarschrift. Maar andersom geldt ook dat een werknemer een uitkering op tijd moet aanvragen. Welke termijnen gelden er en wanneer ben je te laat met je uitkeringsaanvraag?

WW
De WW-uitkering moet je aanvragen binnen één week nadat je werkloos bent geworden (artikel 26 lid 1 sub b WW). Ben je te laat, dan volgt een sanctie (artikel 27 lid 3 WW). Het te laat aanvragen van een WW-uitkering is een overtreding van de eerste categorie (artikel 3 sub a Maatregelenbesluit). De hoogte en de duur van de sanctie zijn afhankelijk van het aantal kalenderdagen dat je te laat bent. Ben je bijvoorbeeld 100 kalenderdagen te laat, dan is de sanctie een korting van 20% gedurende 2 maanden (artikel 5 Beleidsregels maatregelen UWV).

Let op! De WW-uitkering wordt met maximaal 26 weken terugwerkende kracht betaald. Ben je dus 30 weken te laat met de aanvraag, dan wordt de WW-uitkering met 26 weken terugwerkende kracht betaald en bij die betaling houdt het UWV rekening met de sanctie die van toepassing is. De Centrale Raad zette vorige week nog eens duidelijk uiteen hoe die beoordeling in elkaar steekt en wanneer sprake is van een bijzonder geval op basis waarvan langere terugwerkende kracht mogelijk is.

WIA
De WIA-uitkering moet je uiterlijk 11 weken voor het bereiken van het einde van de wachttijd aanvragen (artikel 64 lid 3 Wet WIA). Dit is dus in week 93 van jouw ziekteverlof. Ben je te laat met de aanvraag? Dan moet het UWV die aanvraag tóch beoordelen. Vorig jaar oordeelde de Centrale Raad nog in een zaak waarin de WIA-uitkering 14 jaar na het einde van de wachttijd werd aangevraagd. Dit is weliswaar mogelijk, maar de WIA-uitkering wordt met maximaal 52 weken terugwerkende kracht betaald (artikel 64 lid 11 Wet WIA).

ZW
Ben je ziek, zonder baan en wil je een ZW-uitkering? Dan moet je je uiterlijk op de tweede dag van jouw ziekte melden bij het UWV (artikel 38ab ZW). Dat is een hele korte termijn! Ben je te laat, dan moet het UWV een sanctie opleggen (artikel 45 lid 1 sub d ZW). Het gaat hier om een overtreding van de eerste categorie (artikel 3 Maatregelenbesluit). Dat betekent dat de uitkering wordt gekort met 5% (afwijking mogelijk mits het tussen de 2% en 20% blijft) gedurende ten minste één maand (artikel 2 Maatregelenbesluit). Ook voor de ZW geldt dat de korting kan oplopen naarmate je later bent met de aanvraag (artikel 5 Beleidsregel maatregelen UWV).

Tip!
Wees je bewust van deze termijnen en bewaar je verzendbevestiging. Zo kan er geen onduidelijkheid bestaan over de aanvraagdatum. Vraag je een bijstandsuitkering bij de gemeente aan? Realiseer je dan dat die in principe niet wordt toegekend over een periode voorafgaand aan de aanvraag. Wacht dus niet te lang met die aanvraag!

Achtergrondinformatie

De uitspraak waarnaar ik verwees in het kader van de te late WW-aanvraag vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2023:594

De uitspraak waarnaar ik verwees in het kader van de te late WIA-aanvraag vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:1528


Door: Natascha Schenk

Het spreekuur bij de UWV-arts is vaak erg spannend. Je wilt je daarop goed voorbereiden. Dan is het in ieder geval fijn te weten of het spreekuur fysiek moet plaatsvinden of dat het UWV dat ook telefonisch mag doen. Want, hoe zit dat eigenlijk?

Zorgvuldig
Hoofdregel is dat het medisch onderzoek zorgvuldig moet plaatsvinden (artikel 3:2 Awb). Daarnaast gelden er kwaliteitseisen waaraan het onderzoek moet voldoen (artikel 4 Schattingsbesluit). Nergens in die regels staat letterlijk of het spreekuur fysiek of telefonisch moet plaatsvinden.

Rechtspraak
De Centrale Raad heeft daar gelukkig wel iets over gezegd. In beginsel moet een fysiek spreekuur plaatsvinden in de bezwaarprocedure als:
* in de primaire fase geen spreekuurcontact is geweest; en
* de medische grondslag van het primaire besluit wordt betwist; en
* de bezwaar verzekeringsarts niet kan motiveren dat vanwege de aard van de klachten en de beschikbare medische informatie een spreekuurcontact geen toegevoegde waarde heeft.

Concreet
Dit betekent dat in de primaire fase (dus bij de eerste beoordeling) géén algemene verplichting geldt voor een fysiek spreekuur. In de bezwaarfase is die verplichting er wél maar kan het UWV daar “onderuit” als onderbouwd kan worden dat een fysiek spreekuur geen toegevoegde waarde heeft.

Voorbeeld
Vorige week oordeelde de rechtbank Rotterdam in een zaak dat het onzorgvuldig was geweest om geen fysiek spreekuur te houden. De primaire UWV-arts deed de beoordeling telefonisch en de bezwaar verzekeringsarts had alleen tijdens een telefonische hoorzitting contact met betrokkene. Dat was in dit geval niet voldoende zorgvuldig want:
* de taalbeheersing van de betrokkene was zeer beperkt;
* er was nimmer een fysiek onderzoek gedaan terwijl betrokkene fysieke klachten had;
* een hoorzitting kan niet met (de beslotenheid) van een spreekuurcontact gelijkgesteld worden.

Beeldbellen
En is beeldbellen met de UWV-arts dan toegestaan? Ja! De Centrale Raad oordeelde vorig jaar al dat het enkele feit dat het onderzoek via beeldbellen plaatsvond, onvoldoende is om te kunnen spreken van een onzorgvuldig onderzoek. Let wel: in deze zaak was betrokkene door de primaire arts wél op een fysiek spreekuur gezien en vond alleen het spreekuur bij de bezwaar verzekeringsarts plaats via beeldbellen.

Tip!
Het tijdschrift voor bedrijfs- en verzekeringsgeneeskunde publiceerde eind 2022 een onderzoek over de telefonische beoordelingen en de wijze waarop dat door hen is ervaren. Interessant om te lezen als je hierin geïnteresseerd bent!

Daarin lees je onder andere: “Zonder de observaties van een fysiek spreekuur vond 59% van de artsen het moeilijk om zich een beeld van de cliënt te vormen. 61% stelde daarom meer vragen en 48% vroeg meer aanvullende medische informatie op dan normaal. Ook had meer dan de helft van de artsen het gevoel vaker mee te gaan in de claim van een cliënt.”

Achtergrondinformatie

Rechtspraak van de Centrale Raad nalezen over het fysieke spreekuur in de bezwaarfase? Kijk dan hier: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Centrale-Raad-van-beroep/Nieuws/Paginas/Spreekuurcontact-vereist-met-een-verzekeringsarts-bezwaar-en-beroep.aspx

Uitspraak van de rechtbank Rotterdam nalezen? Dat kan hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2023:2986

Uitspraak met betrekking tot beeldbellen nalezen? Die vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:1016

Artikel van TBV nalezen over de wijze waarop artsen het telefonisch beoordelen ervaren? Klik dan verder op deze link: https://www.tbv-online.nl/telefonische-arbeidsongeschiktheidsbeoordelingen-bij-uwv-tijdens-de-covid-19-pandemie/



Door: Natascha Schenk

Een loonsanctie vanwege het ontbreken van gespreksverslagen? Een reel risico! Tijdens de re-integratie van je zieke werknemer is het belangrijk om een goed verslag bij te houden van alle inspanningen die worden verricht. Natuurlijk moet je de gebruikelijke formulieren invullen (plan van aanpak, eerstejaarsevaluatie etc.) maar gespreksverslagen zijn ook van groot belang. Soms kan het ontbreken van goede gespreksverslagen zelfs leiden tot een loonsanctie!

Situatie
Werknemer was werkzaam als bedrijfsleider en valt uit met psychische klachten. De bedrijfsarts stelt een FML op met de beperkingen. Dat zijn onder andere: 
* concentreren en verdelen van de aandacht;
* herinneren;
* doelmatig en zelfstandig handelen;
* uiten van de eigen gevoelens (brengt anderen in verwarring door onduidelijke, onvoorspelbare of onconventionele wijze van gevoelsuitingen).

Op grond van deze belastbaarheid geeft de arbeidsdeskundige aan dat het eigen werk evident ongeschikt is voor de werknemer.

Tweede spoor
Een tweede spoortraject wordt ingezet en werknemer solliciteert daarom. Hij solliciteert echter alleen naar functies die passen bij zijn eigen werk. Het zijn allemaal managementfuncties waarnaar hij solliciteert. Hij ziet niet in dat zijn beperkingen daaraan in de weg staan.

UWV
Het UWV verwijt de werkgever onder andere dat enkel is gesolliciteerd op overduidelijk niet geschikte functies en dat werknemer daarop onvoldoende is aangesproken. De werkgever krijgt daarom een loonsanctie.

Werkgever
Werkgever geeft aan dat zij werknemer hierover een brief heeft gestuurd. Daarin is werknemer onder andere gevraagd een aantal beroepen uit het profiel, te analyseren op benodigde vaardigheden, kennis en tekortkomingen. Werkgever heeft daarmee geprobeerd de werknemer te laten inzien dat bepaalde functies niet passend voor hem zijn. Naast deze brief zouden hierover ook gesprekken zijn gevoerd. Daarvan zijn echter geen gespreksverslagen gemaakt.

De rechtbank
De rechtbank vindt dat van deze gesprekken een verslag gemaakt had moeten worden. Dat hoort bij de inspanningsverplichting van de werkgever. Afgezien van de brief en de vermelding in enkele verslagen dat een gesprek heeft plaatsgevonden, blijkt niet dat met werknemer serieus is gesproken over zijn sollicitaties op evident ongeschikte functies en dat de werknemer is aangespoord om op meer passende functies te solliciteren. De loonsanctie blijft mede daarom in stand.

Tip!
Spreek je met de werknemer over het verloop van de re-integratie? Maak daarvan een duidelijk verslag en vraag de werknemer dit (voor gezien) te tekenen. Wees ook duidelijk over wat je verlangt van de werknemer!

Achtergrondinformatie

Deze post is geschreven naar aanleiding van deze uitspraak van de rechtbank Oost Brabant: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOBR:2023:1177

De rechtbank Oost Brabant is ook om een hele andere reden interessant. De loonsanctie werd in eerste instantie opgelegd vanwege tekortkomingen in zowel spoor 1 als spoor 2. In spoor 1 zou zou namelijk niet goed gemotiveerd zijn waarom er geen passende mogelijkheden aanwezig zijn. Het volgende ontbreekt:
* een overzicht van de in de onderneming van eiseres aanwezige functies op en onder het niveau van de werknemer,
* een beschrijving van de belasting hierin en
* de weging tussen de belasting en belastbaarheid.

In bezwaar brengt de werkgever alsnog een aanvullende rapportage van de arbeidsdeskundige in met de benodigde motivering. UWV wil die niet betrekken bij de procedure. Dat is niet terecht volgens de rechtbank. De nieuwe rapportage moest wél betrokken worden bij de procedure en daarom is de tekortkoming in spoor 1 alsnog hersteld.



Door: Natascha Schenk

Het ondertekenen van een beëindigingsovereenkomst is allang geen reden meer om een WW-uitkering te weigeren. Zo lang je niet ziek bent, mag je meewerken aan de beëindiging van je dienstverband. Daarbij moet je wel goed letten op de opzegtermijn. Anders mis je een aantal maanden inkomen!

Uitsluitingsgrond

In artikel 19 lid 3 WW staat dat je geen recht hebt op WW-uitkering zolang de opzegtermijn nog niet is verstreken. Dit is één van de uitsluitingsgronden die de WW kent.

Voorbeeld
Stel, in je arbeidsovereenkomst staat voor de werkgever een opzegtermijn van drie maanden. Maar je bent het helemaal zat en daarom besluit je in te stemmen met een kortere opzegtermijn van één maand. Je dienstverband eindigt daarom niet per 1 juli 2023 maar per 1 mei 2023.

Dat klinkt goed, totdat je de WW-beslissing ziet. In de maanden mei en juni is sprake van een uitsluitingsgrond waardoor je pas vanaf 1 juli 2023 recht hebt op een WW-uitkering. Je mist twee maanden inkomen!

Opzegtermijn
Het is dus belangrijk de opzegtermijn goed in acht te nemen zodat je geen inkomen mist. Daarbij speelt ook de vraag wanneer de opzegtermijn begint te lopen. Is dat na ondertekening van de beëindigingsovereenkomst of nadat schriftelijk overeenstemming is bereikt over de beëindiging van het dienstverband?

Uit de praktijk
In een recente zaak bij rechtbank Midden-Nederland was op 24 december 2021 overeenstemming bereikt over de beëindiging van het dienstverband per 1 april 2022. Op die dag had de gemachtigde van werknemer per email akkoord gegeven op het voorstel van werkgever. Dat voorstel omvatte de hoogte van de transitievergoeding, coachingsbudget, verlofsaldo en vergoeding van advocaatkosten. Werkgever reageert daarop met de mededeling dat het voorstel wordt vastgelegd in een “eindregeling” die “ter review” wordt opgestuurd. Deze eindregeling wordt op 10 januari 2022 getekend.

De vraag is: gaat de opzegtermijn lopen ná 24 december 2021 of ná 10 januari 2022? En daarmee samenhangend: heeft de werknemer per 1 april 2022 of per 1 mei 2022 recht op een WW-uitkering?

De rechtbank
UWV is uitgegaan van de datum van ondertekening (10 januari 2022) en kent daarom de uitkering toe per 1 mei 2022. Dat klopt niet volgens de rechtbank. Leidend is de datum waarop schriftelijke overeenstemming is bereikt over de beëindiging van het dienstverband. Dat was op 24 december 2021. Werknemer heeft daarom vanaf 1 april 2022 recht op een WW-uitkering.

Tip!
Hoewel de hoofdregel is dat je mag meewerken aan de beëindiging van je dienstverband, geldt dat niet voor alle situaties. Zo is het niet verstandig om tijdens ziekte een beëindigingsregeling te tekenen en mag je ook tijdens de periode van de loonsanctie niet instemmen met de beëindiging van je dienstverband.

Laat je dus goed adviseren voordat je akkoord gaat en controleer of de juiste opzegtermijn in acht wordt genomen!

Achtergrondinformatie

Deze blog schreef ik naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Die uitspraak vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBMNE:2023:97

Wil je artikel 19 WW nalezen en bekijken welke uitsluitingsgronden er nog meer zijn? Dat kan hier: https://wetten.overheid.nl/BWBR0004045/2022-08-02/0#HoofdstukII_Paragraaf1_Artikel19



Door: Natascha Schenk

Ook bij het UWV komen interne meningsverschillen voor. De ene arts is de andere niet, en zo kan het gebeuren dat (grote) verschillen ontstaan in de beoordeling van jouw belastbaarheid. Met alle gevolgen van dien. Dit roept de vraag op wat je daar juridisch gezien tegen kunt doen. Kan een UWV-arts zo maar afwijken van een eerder oordeel van zijn collega?

Verzekeringsarts versus bezwaarverzekeringsarts
Procederen is riskeren! Ga je in bezwaar? Dan mag de bezwaarverzekeringsarts ook minder beperkingen aannemen dan de primaire verzekeringsarts deed. Zo kwam een zaak bij de Centrale Raad voor waarin de primaire verzekeringsarts een urenbeperking op de FML zette, maar de bezwaarverzekeringsarts die schrapte. De WIA-uitkering werd mede daarom beëindigd.

De Centrale Raad overweegt dat het een bezwaarverzekeringsarts in beginsel vrij staat om een door de primaire verzekeringsarts opgestelde FML te wijzigen. Maar: de bezwaarverzekeringsarts dient wel inzichtelijk en deugdelijk te motiveren waarom hiertoe wordt overgegaan.

Verzekeringsarts versus verzekeringsarts
De hoofdregel is dat een verzekeringsarts mag varen op zijn eigen oordeel. Er geldt geen algemene verplichting om iedere afwijking van een eerdere beoordeling te motiveren.

Maar, als in een relatief korte periode (en op basis van vergelijkbare medische informatie met eenzelfde ziekteoorzaak) de ene UWV-arts betrokkene in staat acht 40 uur te werken, en een andere UWV-arts haar slechts 20 uur belastbaar acht, moet het UWV dit wél heel goed motiveren. Dat lukte het UWV niet in deze concrete zaak en daarom werd de WIA-beëindiging herroepen door de Centrale Raad.

Werkcoach versus verzekeringsarts
In een andere zaak werd betrokkene 48,10% arbeidsongeschikt bevonden. Zelf meende zij 100% arbeidsongeschikt te zijn. In hoger beroep wijst zij erop dat de UWV-werkcoach heeft verklaard dat zij maximaal één uur per dag kan werken. Zij ziet dit als bevestiging dat zij 100% arbeidsongeschikt is en dat het UWV dat blijkbaar ook vindt. De werkcoach werkt immers ook bij het UWV.

De Centrale Raad gaat hier niet in mee. De werkcoach is weliswaar óók werkzaam binnen het UWV maar dat betekent niet dat de verzekeringsarts zijn verklaring moet betrekken in de rapportage of moet overnemen.

Tip!
Ben je het niet eens met de medische beoordeling van het UWV? Dien dan tijdig een bezwaarschrift in. Voor een WIA-beslissing is die termijn zes weken maar voor een ZW-beslissing geldt een termijn van zes of twee weken. Kijk daar goed naar en laat je adviseren over de risico’s zodat je weet waaraan je begint!

Uitspraken nalezen? Uitspraak lezen mbt afwijken van de BVA ten opzichte van de VA?
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2013:2204 (5.6 en 5.7)
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:1420 (3.1 en 4.3)

Uitspraak mbt hoofdregel en uitzondering dat geen motiveringsplicht geldt bij afwijking eerdere beoordeling:
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2021:2875 (4.3)
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2021:224 (4.6)

De uitspraak mbt de werkcoach vind je hier:
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2021:2453 (4.5)