Door: Natascha Schenk
Concentratieproblemen zijn een veel gehoorde klacht als mensen ziek uitvallen. Ook in mijn praktijk hoor ik dat vaak. Toch neemt het UWV bij de WIA-beoordeling niet snel een beperking aan op dit item. Hoe zit dat precies?
Half uur
Volgens het CBBS is pas sprake van een beperking in de concentratie als je niet in staat bent minstens een half uur de aandacht op één informatiebron te richten. Het is goed je te realiseren dat het UWV niet beoordeeld of je concentratie slechter is geworden dan je gewend was, maar dat zij enkel kijken of je in staat bent je aandacht een half uur vast te houden.
Kon je voorheen met gemak vier uur aaneengesloten geconcentreerd bezig zijn, en lukt dat nu nog maar drie kwartier, dan is dat wel een enorme achteruitgang maar géén beperking in de zin van de WIA-beoordeling. Je kan je immers nog steeds minstens een half uur concentreren.
Ernstige stoornis
Een andere hobbel die genomen moet worden, is die van de “ernstige stoornis”. In het CBBS staat namelijk dat een beperking in het vasthouden van de aandacht over het algemeen alleen voorkomt bij mensen met een ernstige stoornis. Voorbeelden daarvan zijn: manische episode, psychose, ernstige depressie of hersenschade.
Spreekuur
De UWV-arts kijkt niet alleen of je een ernstige stoornis hebt, maar beoordeelt ook jouw gedrag tijdens het spreekuur. De vuistregel is namelijk dat wanneer je tijdens het spreekuur het gesprek begrijpt en adequaat reageert, het niet aannemelijk is dat je beperkt bent ten aanzien van het vasthouden van de aandacht.
Rechtbank Overijssel
In een recente uitspraak kijkt de rechtbank opvallend streng naar de motivering van het UWV om géén beperking aan te nemen op het vasthouden van de aandacht. Het UWV verwijst grotendeels naar bovenstaande stelregels uit het CBBS maar de betrokkene heeft zelf een expertise onderzoek laten doen.
Daarin wordt geconstateerd dat weliswaar bij direct onderzoek geen concentratieproblemen zijn vast te stellen, maar ook dat het verhaal van betrokkene plausibel is te noemen. Ook wordt erop gewezen dat de onderzoekssetting een heel andere is dan het dagelijks leven.
Gelet op deze bevindingen is de rechtbank van mening dat de algemene motivering van de verzekeringsarts (dat betrokkene niet beperkt is in het vasthouden van de aandacht, enkel omdat zij niet bekend is met een ernstige stoornis en zij de aandacht tijdens het onderzoek kon vasthouden) niet toereikend is. Het beroep van betrokkene is daarom gegrond.
Tip!
Er is rechtspraak van de Centrale Raad waaruit blijkt dat het UWV, ook zonder ernstige stoornis, tóch een beperking op het vasthouden van de aandacht kan aannemen. Schroom niet om dit onder de aandacht van het UWV te brengen. Een beperking op dit FML-item heeft doorgaans een groot effect op de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspercentage.
Meer lezen?
Wil je de uitspraak van de rechtbank nalezen? Dat doe je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2024:5016
De Basisinformatie CBBS (met daarin de stelregels waarnaar ik verwijs), vind je hier: /https://www.uwv.nl/overuwv/Images/bijlage-1-basisinformatie-cbbs-versie-maart-2024.pdf (p. 89)
De rechtspraak waarnaar ik verwijs, op basis waarvan een beperking op het vasthouden van de aandacht ook mogelijk is zonder ernstige stoornis, vind je hier:
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2013:1647
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2015:1776
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2019:1386