Door: Natascha Schenk

Het UWV moet bij de ZW,- en WIA beoordeling rekening houden met klachten die medisch objectiveerbaar zijn. Maar wat moet je doen om je klachten medisch te objectiveren? Is het feit dat je een doorverwijzing hebt gekregen naar een specialist bijvoorbeeld voldoende? Niet volgens de Centrale Raad!

Juridisch kader
In zowel de Wet WIA als de ZW staat dat sprake moet zijn van arbeidsongeschiktheid “als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling”. Het is daarnaast ook vaste rechtspraak van de Centrale Raad dat bij het vaststellen van beperkingen niet de subjectieve, persoonlijke klachtbeleving bepalend is maar dat wat objectief medisch is vast te stellen.

Doorverwijzing
In een recente zaak werd door de betrokkene geclaimd dat zij méér fysieke beperkingen had dan door het UWV werd aangenomen. Ter onderbouwing daarvan wees zij op de doorverwijzing die zij kreeg naar een neuroloog. De rechtbank oordeelde dat die verwijzing geen aanleiding is voor het opnemen van forsere beperkingen. Een enkele doorverwijzing is namelijk geen objectivering van de geclaimde klachten. De Centrale Raad bevestigde dit.

Wat dan wel?
Wil je in bezwaar of (hoger) beroep aantonen dat de UWV-beoordeling niet klopt? Denk dan hier aan:
* je hebt een stelplicht. Dus stel dat de UWV-rapportage niet aan de zorgvuldigheidsvereisten voldoet en/of dat de beoordeling inhoudelijk niet juist is;
* je draagt daarnaast een bewijsvoeringslast. Je moet daarom jouw standpunten onderbouwen. Is jouw standpunt dat de UWV-beoordeling onjuist is? Dan heb je een rapportage van een regulier medicus nodig om dat standpunt te onderbouwen.

Tip!
Zonder medische verklaring van een arts waaruit blijkt dat je verdergaand beperkt bent, is een (hoger) beroepsprocedure zelden succesvol. Houd hier dus rekening mee! Mijn ervaring is dat een verklaring van een onafhankelijk verzekeringsarts het beste werkt als je de rechter wilt laten twijfelen aan het UWV-oordeel. Maar dat is een kostbare aangelegenheid en lang niet voor iedereen een mogelijkheid..

Meet weten? De uitspraak van de Centrale Raad over de doorverwijzing (en het feit dat dit geen objectivering van de klachten betekent) teruglezen? Dat kan hier:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:353

Dat met subjectieve klachten geen rekening gehouden wordt, kun je onder andere teruglezen in deze uitspraak:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:39
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2021:1960

Door: Natascha Schenk

Met het tekort aan verzekeringsartsen is de kans steeds groter dat je een basisarts of verzekeringsarts-in-opleiding treft bij het UWV. Het is gebruikelijk dat de rapportage van die arts mede-ondertekend wordt door een geregistreerd verzekeringsarts. Maar hoe zorgvuldig is dat “mede-ondertekenen”? En krijgt de geregistreerd verzekeringsarts daarvoor wel voldoende tijd?

Juridisch kader
De hoofdregel is dat bij een WIA-beoordeling het medisch onderzoek wordt gedaan door een geregistreerd verzekeringsarts.

Uitzondering primaire beoordeling
De Centrale Raad vindt de volgende werkwijze (contraseign genoemd) van het UWV voldoende zorgvuldig:
* betrokkene heeft een spreekuurcontact met een niet geregistreerde verzekeringsarts; en
* die niet geregistreerde verzekeringsarts maakt op basis daarvan een rapportage; en
* die rapportage wordt getoetst, akkoord bevonden en mede-ondertekend door een geregistreerd verzekeringsarts.

Bezwaarprocedure
Ga je in bezwaar tegen de primaire WIA-beoordeling en betwist je daarbij de medische grondslag? Dan kan niet volstaan worden met het zogenaamde contraseign. Dan geldt als uitgangspunt dat je contact hebt met een geregistreerd verzekeringsarts. 

Zorgvuldig?
Hoewel de Centrale Raad het contraseign wél zorgvuldig vindt, blijkt uit een recente uitspraak van het Tuchtcollege dat de geregistreerd verzekeringsarts slechts ongeveer 10 minuten tijd krijgt om een rapport in het kader van de supervisie te beoordelen. Dat is weliswaar niet onmogelijk, maar of het zorgvuldig is…

Meer weten hierover?

De hoofdregel mbt inzet van de geregistreerd verzekeringsarts is neergelegd in artikel 6 Wet WIA en artikel 3 en 4 Schattingsbesluit.

Rechtspraak mbt contraseign in primaire fase:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2018:3356 (r.o. 4.1.1)
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2014:39 (r.o. 4.1 t/m 4.3)

Rechtspraak mbt contraseign in bezwaarfase:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2021:1491 (r.o. 4.4)
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2020:3550 (r.o. 5.3)

Uitspraak Tuchtcollege waarin de gemiddelde tijd per dossier wordt genoemd:
https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2022/ECLI_NL_TGZRZWO_2022_8 (r.o. 5.3)

Door: Natascha Schenk

Als je ziek bent, vult de bedrijfsarts vaak een functionele mogelijkheden lijst (FML) in. Daarop schrijft de bedrijfsarts welke beperkingen voor arbeid er zijn. Bij de WIA-beoordeling stelt de UWV-arts ook een FML op. Het komt vaak voor dat die afwijkt van de FML van de bedrijfsarts. Mag dat eigenlijk wel?

Doel
Natuurlijk kan een verschil op de FML te maken hebben met wijzigingen in de belastbaarheid. Maar ook bij gelijkblijvende medische omstandigheden is er regelmatig verschil tussen de beide FML-en. De Centrale Raad vindt dat geen reden om de FML van het UWV als “fout” te bestempelen. Ook de rechtbank Amsterdam herhaalde dat recent nog eens. Reden daarvoor is dat beide FML-en een ander doel dienen. De FML van de bedrijfsarts is bedoelt om de re-integratiemogelijkheden in kaart te brengen en de FML van de UWV-arts om de mate van arbeidsongeschiktheid te beoordelen.

Taak
Bovendien volgt uit rechtspraak van de Centrale Raad dat het op de eerste plaats uitsluitend de taak is van de UWV-arts om de beperkingen in kaart te brengen en vast te leggen in een FML.

Motivering
De UWV-arts is niet verplicht uit te leggen waarom hij afwijkt van de FML van de bedrijfsarts. Let op! Dit geldt alleen bij de WIA-beoordeling. Als het gaat om de beoordeling van het reintegratiedossier, schrijft de Werkwijzer Poortwachter voor dat de UWV-arts altijd in overleg moet met de bedrijfsarts als hij het niet eens is met zijn visie.

Actualiteiten
Vanaf 1 september 2021 zou het oordeel van de bedrijfsarts leidend worden bij de beoordeling van de reintegratie-inspanningen (dus NIET bij de WIA-beoordeling). Het wetsvoorstel waarmee dit geregeld zou worden, is controversieel verklaard. Het wetsvoorstel is dus nog niet in werking getreden.

Achtergrondinformatie

De uitspraak van de rechtbank Amsterdam vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2021:7858

Wil je meer lezen over de verschillen tussen de FML-en van de bedrijfsarts en de UWV-arts? Bekijk dan deze uitspraken eens:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:132
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2019:58
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2018:2949
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2015:2581
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2009:BJ7039

De verplichting van de UWV-arts om in het kader van de reintegratiebeoordeling contact op te nemen met de bedrijfsarts lees je terug in artikel 12.1 van de Werkwijzer Poortwachter.

Meer weten over het wetsvoorstel om het oordeel van de bedrijfsarts leidend te maken bij de RIV-toets? Bekijk dan deze documenten: https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/35589_leidend_maken_van_het_advies

J

Z


Door: Natascha Schenk

Het UWV mag bij een WIA-beoordeling full-time voorbeeldfuncties voor jou aanwijzen, ook als je nog nooit full-time hebt gewerkt. Maar wat als je behandeling ondergaat en daardoor niet full-time beschikbaar bent? Dan kan het UWV een urenbeperking aannemen. Maar dan moet wél voldaan worden aan de voorwaarden uit de “Standaard duurbelastbaarheid in arbeid”.

Indicaties urenbeperking
Er zijn drie mogelijke indicaties voor een urenbeperking:
* stoornis in de energiehuishouding;
* preventief;
* verminderde beschikbaarheid.

Het volgen van een behandeling valt onder de indicatie “verminderde beschikbaarheid”.

Voorwaarden
De verzekeringsarts van het UWV kan een urenbeperking aannemen als het gaat om:
* een noodzakelijke (medisch erkende) behandeling; en
* die behandeling vindt plaats in een ziekenhuis of (AWBZ-erkende) instelling; of
* die behandeling vindt plaats op indicatie van een medisch of paramedisch beroepsbeoefenaar (BIG-geregistreerd)

Omvang
Wordt aan deze voorwaarden voldaan? Dan moet de omvang van de urenbeperking vastgesteld worden. Daarbij moet het UWV rekening houden met:
* het aantal uren dat je feitelijk niet kunt werken vanwege de behandeling; en
* het aantal uren dat je niet kunt werken in verband met de voorbereiding op de behandeling, herstel van de behandeling en/of effect van de behandeling. 

Vooral dit laatste is erg belangrijk. Heb je bijvoorbeeld psychotherapeutische behandeling? Dan heb je wellicht een behandeling van één of twee uur per week. Het effect van de therapie kan echter zo groot zijn dat je de rest van de dag niet meer in staat bent (goed) te functioneren. Ook daar moet dus rekening mee gehouden worden!

Let op!
In het kader van de WIA hoeft bij een urenbeperking alleen rekening gehouden te worden met langdurige behandelingen. Daarmee worden behandelingen bedoelt van tenminste drie aaneengesloten maanden.

Tip Heb je een gesprek met de UWV-arts? Vergeet dan niet te benoemen welke behandeling(en) je krijgt en wat het effect van die behandelingen is. Zo krijgt de UWV-arts een beter beeld van je belastbaarheid én je beschikbaarheid.




Door: Natascha Schenk

Een tweede WIA-recht opbouwen, kan dat? Stel, je bent gedeeltelijk arbeidsongeschikt en ontvangt een WGA-uitkering. Daarnaast ga je aan het werk. In dat werk word je opnieuw ziek. Heb je dan met die nieuwe baan een nieuw WIA-recht opgebouwd? 

Uitsluitingsgrond
Heb je al een WIA-uitkering, dan kun je geen nieuw WIA-recht toegekend krijgen. Het feit dat je al een WIA-uitkering hebt, is namelijk een uitsluitingsgrond. Twee WIA-rechten naast elkaar is niet mogelijk. Je kunt slechts één WIA-recht hebben.

Garantieregeling
Wist je dat er een garantieregeling is voor mensen die bij een nieuwe ziekmelding geen (nieuwe) WIA-uitkering krijgen omdat ze al een WIA-uitkering hebben?

Het UWV moet in dat kader beoordelen of vóór de ziekmelding tenminste 26 weken is gewerkt. Dan zou er namelijk normaliter recht zijn op een loongerelateerde WGA-uitkering. Daarna moet het UWV beoordelen of die (niet ontstane) loongerelateerde WGA-uitkering hoger zou zijn dan de loonaanvullingsuitkering of vervolguitkering die is toegekend. Is dat het geval? Dan moet het UWV de loonaanvullingsuitkering of vervolguitkering ophogen tot het niveau van die (niet ontstane) loongerelateerde WGA-uitkering.

Tip!
Dit is ingewikkelde materie. Werk je naast je WIA-uitkering en word je opnieuw ziek? Laat je dan goed informeren over jouw rechten. Een deskundige adviseur kan je meer vertellen over deze garantieregelingen maar je ook adviseren over een melding verslechterde gezondheid bij het UWV en de wijze waarop het UWV het loon dat je tijdens ziekte krijgt, verrekent met de uitkering. 

Achtergrondinformatie

Dat het reeds hebben van een WIA-uitkering een uitsluitingsgrond is, en daarom in de weg staat aan de toekenning van een nieuw WIA-recht, kun je lezen in artikel 43 onderdeel a Wet WIA.

De garantieregeling ten aanzien van de loonaanvullingsuitkering vind je terug in artikel 61 lid 9 Wet WIA.

De garantieregeling ten aanzien van de vervolguitkering staat in artikel 62 lid lid 5 Wet WIA.

Als je ziek word in de baan die je hebt náást je WIA-uitkering kun je natuurlijk die ziekmelding aan het UWV doorgeven en vragen om een herbeoordeling. Dat doe je met een zogenaamde “melding verslechterde gezondheid”. Een formulier waarmee je deze melding kunt doen, vind je: https://www.uwv.nl/particulieren/formulieren/doorgeven-wijzigingen-in-uw-gezondheid-als-u-een-wia-uitkering-heeft.aspx . Let op! Een herbeoordeling kan ook leiden tot een lager arbeidsongeschiktheidspercentage of zelfs beëindiging van de WIA-uitkering. Laat je dus goed adviseren voordat je deze stap zet.


Het UWV is niet verplicht medische informatie op te vragen bij jouw behandelaren. Dat is de hoofdregel. Maar wat als zij dat wél doen. Moeten ze dan ook wachten met het nemen van een beslissing totdat ze de gevraagde informatie ontvangen hebben?

Niet onzorgvuldig
De Centrale Raad oordeelde dat het UWV niet onzorgvuldig heeft gehandeld door de beslissing op bezwaar al te nemen voordat de opgevraagde medische informatie was ontvangen. Daarbij speelt wél een rol dat de bezwaar verzekeringsarts ná ontvangst van de gegevens alsnog een aanvullende rapportage heeft opgesteld en betrokkene daarover geïnformeerd heeft.

Zelfde UWV-arts in bezwaar en beroep?
Als je in bezwaar gaat tegen een medische beslissing van het UWV, zal in de bezwaarprocedure altijd een andere UWV-arts jouw zaak opnieuw beoordelen. Maar hoe zit het als je daarna in beroep gaat? Dan hoeft het UWV géén nieuwe arts meer naar de zaak te laten kijken. De bezwaar verzekeringsarts kan ook in de beroepsprocedure betrokken worden.

Tip!
Vind je het belangrijk dat de UWV-arts wél beschikt over informatie van jouw behandelaar? Vraag de informatie dan zelf op en neem het mee naar het spreekuur met de UWV-arts. Eerder schreef ik al wanneer het UWV wél verplicht is om zelf medische informatie op te vragen. Ook handig om dat nog eens na te lezen! De link voeg ik hieronder toe.

Meer informatie?

De uitspraak van de Centrale Raad over het (niet) afwachten van opgevraagde medische informatie, vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2021:3294 (r.o. 4.2).

Uitspraak nalezen over de inzet van de bezwaar verzekeringsarts in de beroepsprocedure? Dat kan hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2021:14009 (r.o. 4.5). De rechtbank verwijst hierbij ook naar rechtspraak van de Centrale Raad.

Ben je op het spreekuur van een UWV-arts geweest, dan wordt daarna een medische rapportage gemaakt. Maar wat doe je als je het niet eens bent met de inhoud daarvan of als er onjuistheden in staan? Kun je dan gebruik maken van het zogenaamde inzage-, correctie- en blokkeringsrecht?

Persoonsgegevens
Je hebt wél recht op inzage in de persoonsgegevens en correctie daarvan. Dat is geregeld in de Regeling inzage- en correctierecht UWV 2018. Voorbeelden van persoonsgegevens zijn je naam, adres, woonplaats en telefoonnummer.

Feitelijke onjuistheden
De klager meldt ook bij het Tuchtcollege dat er feitelijke onjuistheden in de rapportage van de UWV-arts staan, bijvoorbeeld het jaartal van zijn ongeval en de duur van het spreekuur. Het Tuchtcollege stelt vast dat deze punten niet relevant zijn voor de arbeidsongeschiktheidsbeoordeling en verklaart de klacht daarom ongegrond.

Tip!
Een medische rapportage van het UWV leidt vaak tot een beslissing. Tegen die beslissing kun je in bezwaar. De bezwaartermijn is meestal zes weken, maar soms slechts twee weken. Dien bezwaar in tegen de beslissing van het UWV en niet tegen de medische rapportage. Tegen de rapportage op zichzelf kun je namelijk geen bezwaar indienen. Laat je vooraf wel goed informeren over de risico’s van een bezwaarprocedure.

Meer weten? Deze post schreef ik naar aanleiding van een uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege: https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2021/ECLI_NL_TGZREIN_2021_71

Wil je de Regeling inzage- en correctierecht UWV 2018 bestuderen? Dat kan hier:https://wetten.overheid.nl/BWBR0040934/2018-05-25

Het inzage-, correctie- en blokkeringsrecht is geregeld in artikel 7:464 lid 2 onder b BW. Dat artikel kun je hier vinden: https://wetten.overheid.nl/BWBR0005290/2022-01-01#Boek7_Titeldeel7_Afdeling5_Artikel464

De bedrijfsarts en het beroepsgeheim, dat is geen gemakkelijk leerstuk. Juist omdat de bedrijfsarts zowel de werkgever als de werknemer adviseert kan nog weleens een spagaat ontstaan. Belangrijk dus om te weten waar de grens van het beroepsgeheim ligt!

Hoofdregel
Een bedrijfsarts mag gegevens aan de werkgever doorgeven die van belang zijn voor de inzetbaarheid van de werknemer, zoals beperkingen, mogelijkheden en verwachte duur van het verzuim. Het gaat om gegevens die de werkgever nodig heeft om het recht op loondoorbetaling vast te stellen en om aan zijn re-integratieverplichtingen te voldoen.

Afwijzing second opinion
Het feit dat werknemer verzocht om een second opinion en de bedrijfsarts dit verzoek afwees, mocht niet zonder toestemming van werknemer gedeeld worden met de werkgever. Dit is namelijk geen informatie die de werkgever nodig heeft in het kader van de verzuimbegeleiding en re-integratie of (loondoor)betalingsverplichting. Het Tuchtcollege verklaarde de klacht van werknemer daarom gegrond.

Uitwisseling met het UWV
Het beroepsgeheim wordt niet geschonden als de bedrijfsarts medische informatie deelt met het UWV. Het Tuchtcollege oordeelde dat de bedrijfsarts juist verplicht is het UWV te voorzien van de medische informatie die nodig is bij de beoordeling van een uitkeringsaanvraag.

Let op!
Het medisch beroepsgeheim ziet niet alleen op zuiver medische gegevens maar op alle informatie die de bedrijfsarts in het kader van de vertrouwensrelatie heeft verkregen. Wees je hiervan bewust bedrijfsarts!

Achtergrondinformatie De hoofdregel waarnaar ik verwijs, lees je onder andere terug in deze uitspraak: https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2021/ECLI_NL_TGZRSGR_2021_147 (overweging 3.4). In diezelfde uitspraak lees je ook dat de bedrijfsarts de vraag met betrekking tot het arbeidsconflict mocht beantwoorden en dat dit niet leidt tot schending van het beroepsgeheim.

Het delen van informatie over het afgewezen second-opinion verzoek, was onderwerp van deze uitspraak: https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2021/ECLI_NL_TGZCTG_2021_83. Hierin lees je ook dat het beroepsgeheim niet alleen maar ziet op zuiver medische gegevens.

De uitspraak over het uitwisselen van informatie met het UWV, vind je hier: https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2021/ECLI_NL_TGZRZWO_2021_89

Ben je geïnteresseerd in dit onderwerp? Lees dan ook eens:
* de Leidraad bedrijfsarts en privacy: https://www.arboportaal.nl/externe-bronnen/instrumenten/leidraad-bedrijfsarts-en-privacy
* de Beleidsregels voor de verwerking van persoonsgegevens over de gezondheid van zieke werknemers: https://autoriteitpersoonsgegevens.nl/sites/default/files/atoms/files/beleidsregels_de_zieke_werknemer.pdf

Kan het UWV je verplichten een functie te creëren die totaal niet relevant is voor het doel van jouw organisatie alleen maar om een zieke werknemer in dienst te houden? En wat als die functie niet in jouw functiegebouw past? Deze (onderwijs)werkgever vond dat niet redelijk, maar kreeg geen gelijk van UWV en de rechtbank. De opgelegde loonsanctie blijft in stand. Hoe zit dat?

Situatie
Werkneemster werkte als lerares in het basis onderwijs. Tijdens haar re-integratie verricht zij RT (remedial teaching) werkzaamheden bij haar eigen werkgever. Die werkzaamheden konden niet duurzaam aangeboden worden. Volgens werkgever maken de RT-werkzaamheden namelijk integraal onderdeel uit van de functie van leraar. Degene die deze werkzaamheden verricht moet inzetbaar zijn in de groep als leraar. Dat is de werkneemster niet.

Loonsanctie
UWV legt een loonsanctie op omdat kansen in spoor 1 zijn gemist. UWV vindt dat het systeem van functieprofielen en een functiehuis niet dermate rigide is dat beperkte wijzigingen of aanpassingen niet mogelijk zijn. De RT-taken kunnen dus worden geclusterd. Het blijven vasthouden aan de RT-taken als onderdeel van de functie leraar, met daarbij de voorwaarde dat deze in de klas dienen plaats te vinden, is een organisatorische en beleidsmatige of technische keuze en geen vaststaand gegeven. 

Rechtbank
De rechtbank is het eens met UWV. Het bestaan van een functiegebouw is, volgens de rechtbank, onvoldoende reden om werkgever niet te houden aan haar re-integratieverplichtingen. De vrees van werkgever voor precedentwerking (kortgezegd: iedere zieke werknemer kan van werkgever verlangen dat een passende, nog niet bestaande functie wordt gecreëerd) wordt door de rechtbank ook van tafel geveegd. 

Tip!
Denk niet dat spoor 1 inspanningen stoppen bij de kaders van jouw functiegebouw. De werkwijzer Poortwachter, en ook deze rechtbank, verwacht dat je verder gaat. Je moet ook onderzoeken of het mogelijk is een deeltaak van de (eigen) functie structureel en tegen loonwaarde aan te bieden. En uit deze uitspraak blijkt dat die verplichting (erg) ver gaat. 

Meer lezen over deze zaak? Deze uitspraak nalezen? Dat kan hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2022:34

Het is een relatief lange uitspraak maar zeker de moeite waard om te lezen. Vooral als je werkgevers/werknemers in het onderwijs bijstaat, is het een hele boeiende uitspraak.

Overigens kan ik mij de angst van deze werkgever voor precedentwerking wel voorstellen. Voor de rechtszekerheid lijkt het mij dan ook goed als in deze zaak hoger beroep wordt ingesteld door de werkgever. Dan weten wij allemaal waar wij aan toe zijn en hoe ver de verplichtingen in spoor 1 in de onderwijssector gaan.

B

T

Door: Natascha Schenk

Het zal je maar gebeuren, je krijgt een ZW-uitkering van je ex-werkgever die eigenrisicodrager is en de bedrijfsarts vertelt je dat je je beter hersteld kunt melden omdat je van het UWV betere begeleiding krijgt bij het vinden van werk. Om er vervolgens achter te komen dat je ZW-uitkering beëindigd wordt en je alleen recht hebt op een verkorte WW-uitkering. Wat doe je dan?

Bezwaarprocedure
Deze werknemer liet het er niet bij zitten, en gelukkig maar! Hij ging in bezwaar tegen de UWV-beslissing waarmee zijn ZW-uitkering werd beëindigd. En met succes. Het UWV oordeelde dat werknemer doorlopend ziek was voor zijn eigen oude werk en dus (nog steeds) recht had op een ZW-uitkering. Dat de bedrijfsarts hem in staat achtte aangepast werk op te pakken, rechtvaardigt geen herstelmelding. Daarvoor is namelijk vereist dat je hersteld bent voor het eigen oude werk.

Tuchtklacht
De werknemer ging nog verder en diende ook een tuchtklacht in. Ook daar kreeg hij gelijk. Het verweer van de bedrijfsarts dat de herstelmelding besproken was met werknemer en dat hij daarmee ingestemd had, mocht niet baten.

Les voor de praktijk
Het Tuchtcollege wijst op de ingrijpende gevolgen van de herstelmelding:
* beëindiging van de ZW-uitkering zonder grond;
* geen re-integratie verantwoordelijkheid meer voor de ex-werkgever (eigenrisicodrager);
* terugvallen op een korte WW-uitkering.

Zowel in financiële zin als voor wat betreft mogelijkheden voor het vinden van werk werd werknemer dus benadeeld door de herstelmelding. Juist daarom geldt dat bij een dergelijke keuze hoge eisen worden gesteld aan de instemming van de werknemer. Je mag daar niet te lichtvaardig op vertrouwen.

Het had op de weg van de bedrijfsarts, en naderhand de casemanager, gelegen om werknemer te informeren over de gevolgen van de instemming met een herstelmelding.

Bedrijfsartsen en casemanagers opgelet dus!

Meer lezen?

De uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege kun je hier nalezen: https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2021/ECLI_NL_TGZRSGR_2021_100

Daarin lees je dat de klacht van werknemer gegrond wordt verklaard en aan de bedrijfsarts een waarschuwing wordt opgelegd. De conclusie van het Tuchtcollege is dat de bedrijfsarts heeft gehandeld in strijd met de zorg die hij ten opzichte van werknemer had. Het College ziet geen grond voor het standpunt van werknemer dat de bedrijfsarts zich bij zijn keuze en beleid heeft laten leiden door de financiële of commerciële belangen van de ex-werkgever (eigenrisicodrager). De bedrijfsarts heeft een, naar het oordeel van het College verkeerde, keuze gemaakt maar niet meer dan dat.