Door: Natascha Schenk

Een loonsanctie van het UWV omdat je te laat was met het opstellen van een plan van aanpak, kan dat? Tijdens het ziekteverzuim van je werknemer moet je op een aantal vaste momenten een verslag maken en/of formulieren in (laten) vullen. Maar wat als je te laat bent hiermee? Loop je dan het risico op een loonsanctie?

Termijnen
Een aantal bekende termijnen zijn:
* binnen zes weken: doorgeven ziekmelding aan de bedrijfsarts of arbodienst
* uiterlijk in week 6: de probleemanalyse
* uiterlijk in week 8: het plan van aanpak
* na iedere zes weken: evaluatie van het plan van aanpak
* uiterlijk in week 42: doorgeven ziekmelding aan het UWV
* uiterlijk in week 52: de eerstejaarsevaluatie
* uiterlijk bij de WIA-aanvraag (week 88 tot 93): eindevaluatie

Let op! Dit zijn niet alle termijnen. Er zijn méér termijnen, bijvoorbeeld ten aanzien van de start van een tweede spoortraject (= uiterlijk binnen zes weken na de eerstejaarsevaluatie). Op de overschrijding van één termijn staat een geldelijke boete, dat is de 42ste week melding. Doe je die te laat? Dan riskeer je een maximale boete van € 455,-.

Afwijken van termijnen
Werkgever en werknemer kunnen afwijken van de termijnen met betrekking tot de probleemanalyse en het plan van aanpak, mits zij die afwijking kunnen motiveren. Dat staat in artikel 5 Regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar.

Loonsanctie?
Ben je te laat met bijvoorbeeld de probleemanalyse of het plan van aanpak en heb je daar geen goede reden voor? Dan betekent dit niet dat het UWV altijd een loonsanctie zal opleggen. In de Beleidsregels beoordelingskader poortwachter staat namelijk:

“Bij de beoordeling van re-integratie-inspanningen acht het UWV het opvolgen van de voorschriften op grond van de Regeling procesgang secundair ten opzichte van de feitelijke re-integratie-inspanningen. Dit komt overeen met het uitgangspunt dat het UWV primair beziet of het resultaat bevredigend is. Als bijv. veel te laat een onvolledige probleemanalyse en plan van aanpak zijn opgesteld, is dat alleen relevant als ten gevolge daarvan onvoldoende of verkeerde re-integratie-inspanningen zijn verricht.”

Tip!
Weet je al dat de probleemanalyse of het plan van aanpak te laat zijn opgesteld? Zorg er dan voor dat je bij de WIA-aanvraag direct richting het UWV toelicht en motiveert dat daardoor geen reintegratie-kansen zijn gemist. Zo verklein je de kans op een loonsanctie. Krijg je de loonsanctie toch en vind je dat onterecht? Dien dan binnen zes weken een bezwaarschrift in bij het UWV.

Achtergrondinformatie

Meer lezen hierover? De belangrijkste termijnen en re-integratieregels vind je hier:
* regeling procesgang eerste en tweede ziektejaar: https://wetten.overheid.nl/BWBR0013540/2017-10-27
* beleidsregels beoordelingskader poortwachter: https://wetten.overheid.nl/BWBR0014375/2006-11-18
* Werkwijzer Poortwachter: https://www.uwv.nl/werkgevers/Images/werkwijzer-poortwachter.pdf

De 42ste-weekmelding is overigens op een andere plek geregeld, namelijk in artikel 38 lid 1 Ziektewet: https://wetten.overheid.nl/BWBR0001888/2022-01-01/0#AfdelingTweede_HoofdstukII_Artikel38

Door: Natascha Schenk

Krijg je een uitkering van het UWV, dan moet je je houden aan de inlichtingenplicht. Dat betekent dat je (gevraagd en ongevraagd) alle informatie moet doorgeven waarvan je kunt weten dat het belangrijk is voor jouw recht op de uitkering. Onderdeel daarvan is ook dat je werkzaamheden moet doorgeven die “op geld waardeerbaar” zijn. Hoe zit dat?

Hoofdregel
Je bent verplicht werkzaamheden te melden die aan te merken zijn als “werkzaamheden die verricht worden in het economisch verkeer en waarmee het verkrijgen van geldelijk voordeel is beoogd”. Ook als geld verdienen niet jouw doel is, maar je een financiële beloning volgens de “in het maatschappelijk verkeer geldende normen” wél mocht verwachten, moet je de werkzaamheden melden aan het UWV. Een aantal voorbeelden om deze cryptische omschrijving te verduidelijken:

Vriendendienst
Uit vaste rechtspraak volgt dat het niet uitmaakt of je feitelijk een vergoeding hebt ontvangen voor de werkzaamheden. Onbetaalde werkzaamheden moet je dus ook melden. Dit gaat zelfs zo ver dat je ook een zogenaamde vriendendienst moet doorgeven aan het UWV.

Snuffelstage
De Centrale Raad oordeelde recent dat ook een onbetaalde snuffelstage, waarvoor enkel een onkostenvergoeding werd ontvangen, doorgegeven moest worden aan het UWV.

Verkoop via Facebook of Marktplaats
Een betrokkene die besloot haarproducten via Facebook te verkopen kreeg ook de deksel op de neus. Hoewel zij nooit de bedoeling had om winst te maken en de Facebookpagina alleen aanmaakte om in contact te komen met mensen die dezelfde interesse in haarproducten hadden, had zij hiervan tóch melding moeten maken bij het UWV. Vergelijkbare uitspraken zijn er ook over verkoop via Marktplaats.

Tip!
Informeer het UWV altijd als je werkzaamheden gaat verrichten. Ook als je er geen geld voor krijgt. Doe je dat niet? Dan kan het je duur komen te staan. Als het UWV niet meer kan achterhalen hoeveel uur je precies aan de werkzaamheden hebt besteedt, mag het UWV in sommige gevallen je gehele uitkering terugvorderen! En dan hebben wij het nog niet over de boete die je daar bovenop krijgt vanwege het overtreden van de inlichtingenplicht.

Meer weten? Wil je de uitspraken teruglezen waarnaar ik in deze post verwijs? Dat kan hier:
* hoofdregel: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2019:474
* snuffelstage: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:853
* vriendendienst: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2021:1154
* verkoop via Facebook: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2021:2275

Op de site van het UWV vind je een lijst met voorbeelden van activiteiten die je moet doorgeven:
https://www.uwv.nl/particulieren/werkloos/uw-rechten-en-plichten/detail/plichten-met-ww-uitkering/geef-wijzigingen-door-tijdens-uw-ww-uitkering/geef-een-vriendendienst-klus-of-hobby-waarmee-u-geld-verdient-door

Door: Natascha Schenk

De belangrijkste verplichtingen in spoor 1 kun je grofweg onderverdelen in: inventariseren en aanbieden. Maar wat moet je precies inventariseren en hoe ver gaat de verplichting om werk aan te bieden? Is het voldoende om als werkgever de zieke werknemer te wijzen op een passend vacature, of moet je meer doen?

Inventariseren
De Werkwijzer Poortwachter geeft aan dat je in spoor 1 de volgende inventarisaties moet (laten) maken:
1. alle binnen de organisatie voorkomende functies op en onder het niveau van de zieke werknemer;
2. een beoordeling van de geschiktheid van elk van deze functies;
3. alle geschikte of geschikt te maken werkzaamheden op functie- en taakniveau.

Aanbieden
Als werkgever moet je spontaan alle passende werkzaamheden aanbieden en zo nodig opdragen. De zieke werknemer moet daar niet zelf op af hoeven gaan. Het enkel attenderen op vacatures of laten kennismaken met een manager is niet genoeg. Het informeren naar vacatures bij andere bedrijfsonderdelen of het laten meedraaien in sollicitatieprocedures voor openstaande functies is ook niet voldoende. De werkgever moet actief zoeken en bemiddelen naar passend werk binnen de eigen organisatie.

Let op!
Een werkgever die de zieke werknemer afwees voor een functie omdat zij direct behoefte had aan een “ervaren en deugdelijk gekwalificeerde kracht” maar de vacature vervolgens zeven maanden onvervuld liet, kon rekenen op een loonsanctie van het UWV. Ook de Centrale Raad liet die loonsanctie in stand.

Je bent als werkgever niet verplicht om de interne sollicitatie van de zieke werknemer te accepteren en de vacature aan te bieden. Maar als je hem afwijst, moet je wel een goed verhaal hebben!

Meer weten?
De inventarisaties die ik benoem in deze post, kun je allemaal terugvinden in de Werkwijzer Poortwachter. Op bladzijde 14 daarvan vind je ook de tekst die ik schreef over het aanbieden van passende werkzaamheden. De Werkwijzer vind je terug op de site van het UWV: https://www.uwv.nl/werkgevers/Images/werkwijzer-poortwachter.pdf

Ten aanzien van die inventarisaties is het nog goed om te weten dat je het volgende nodig hebt:
* beoordeling van de geschiktheid van de functies op en onder het niveau van de zieke werknemer;
– omschrijving van de belasting in die functies, vergeleken met
– de belastbaarheid en bekwaamheden van de zieke werknemer
* alle geschikte en geschikt te maken werkzaamheden op functie- en taakniveau:
– belasting van die werkzaamheden vergeleken met
– de belastbaarheid van de zieke werknemer, uitgaande van
– het persoonsprofiel.

De uitspraak van de Centrale Raad waarnaar ik verwijs, vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2016:3191 Vooral rechtsoverweging 4.6 is interessant.

Door: Natascha Schenk

Reintegratievisie of reintegratieplan? In de Wet WIA staan beide documenten genoemd. Vaak horen we ook nog de term “werkplan”. Weet jij wat het verschil is? Ik leg het graag uit.

Reintegratievisie
In artikel 39 Wet WIA staat dat het UWV een reintegratievisie opstelt zodra het recht op een WGA-uitkering is vastgesteld. Het opstellen daarvan gebeurt in samenspraak met de WGA-gerechtigde en bevat de rechten en plichten van de WGA-gerechtigde. In de praktijk wordt dit ook vaak een “werkplan” genoemd.

In sommige gevallen kun je bezwaar maken tegen de reintegratievisie. Dat is het geval als daarin de wettelijke verplichtingen zodanig zijn uitgewerkt dat een zelfstandig rechtsgevolg ontstaat. Voorbeelden van reintegratievisies waartegen bezwaar ingediend kan worden zijn de reintegratievisies waarin een ontheffing van de sollicitatieplicht is opgenomen of waarin juist een concrete sollicitatieplicht wordt opgelegd.

Eigenrisicodrager
Is de (ex-)werkgever eigenrisicodrager? Dan maakt het UWV geen reintegratievisie of reintegratieplan. Die bevoegdheid hebben zij namelijk niet. Die ligt bij de eigenrisicodrager. In een recente zaak had het UWV, vanwege een misverstand, tóch een reintegratievisie (werkplan) opgesteld. De WGA-gerechtigde kwam daartegen in beroep en de rechtbank Den Haag oordeelde dat het UWV niet tot taak had deze WGA-gerechtigde te begeleiden bij de reintegratie. Niet het UWV, maar de eigenrisicodragende (ex-)werkgever draagt de verantwoordelijkheid over de reintegratie. Het UWV mag daarom geen reintegratievisie opstellen en het beroep van de WGA-gerechtigde werd gegrond verklaard.

Tip!
Zowel voor eigenrisicodragers als WGA-gerechtigden is het goed als zij zich laten adviseren over hun rechten en plichten. Zo weet je wat je van elkaar kunt verwachten en weet je als WGA-gerechtigde ook wanneer je bezwaar kunt indienen en wanneer niet. Dat is als leek nog niet zo makkelijk te ontcijferen. Helaas. Goede (juridische) hulp kan je daarbij helpen.

Achtergrondinformatie

Deze post schreef ik naar aanleiding van deze uitspraak van de rechtbank Den Haag: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBDHA:2022:2750

Het betreffende artikel 39 Wet WIA kun je hier vinden: https://wetten.overheid.nl/BWBR0019057/2022-01-01/0#Hoofdstuk4_Paragraaf4.3_Artikel39

Wist je dat er ook zoiets is als Beleidsregels arbeidsinschakeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten? Die vind je hier: https://wetten.overheid.nl/BWBR0019353/2005-12-30/ Daarin lees je (onder andere) meer over de sollicitatieplicht tijdens de WGA-uitkering.

Door: Dennis Lenderink van Felixx

Bent u van plan om een bedrijf over te nemen? Dan doet u er goed aan om onderzoek te doen naar het eigenrisicodragerschap voor de Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) van het over te nemen bedrijf. Het eigenrisicodragerschap voor de WGA verdient bijzondere aandacht bij bedrijfsovernames. Bij een overname neemt u namelijk de schadelast over voor een termijn van maximaal 10 jaar. Belangrijk is de manier waarop beide bedrijven zijn verzekerd. In dit artikel leest u hier meer over.

De WGA-regeling

Een onderdeel van de Wet Werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) is de Werkhervattingsregeling Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA). Werknemers die langer dan twee jaar ziek zijn, maar in de toekomst (gedeeltelijk) kunnen werken, hebben recht op een WGA-uitkering. U betaalt hiervoor een vaste basispremie en een gedifferentieerde premie aan het UWV die afhankelijk is van het risico. Als eigenrisicodrager betaalt een bedrijf minder premie. Als een werknemer dan arbeidsongeschikt wordt, betaalt het bedrijf de WGA-uitkering en de kosten van de re-integratie van de werknemer (niet het UWV).

Uw eigen bedrijf is bij het UWV verzekerd

Indien u een bedrijf overneemt dat, net als uw eigen bedrijf, bij het UWV is verzekerd, dan betaalt het UWV de lopende uitkeringen door. Het kan voorkomen dat uw gedifferentieerde premie stijgt indien er bij het overgenomen bedrijf (ex-)werknemers zijn die een WGA-uitkering ontvangen.

Op het moment dat u een bedrijf overneemt dat eigenrisicodrager is voor de WGA, dan moet u de lopende WGA-uitkeringen voldoen aan de werknemers van het overgenomen bedrijf. Het UWV dekt namelijk het inlooprisico niet. Heeft het overgenomen bedrijf een WGA Eigenrisicodragerverzekering afgesloten? Dan valt de schade onder deze verzekering. Ook als u deze verzekering niet overneemt. De schade valt dan namelijk onder het uitlooprisico van deze verzekering.

Uw huidige bedrijf is eigenrisicodrager voor de WGA

Indien u een bedrijf overneemt dat bij het UWV is verzekerd, dan neemt u de lopende WGA-uitkeringen over. Deze schade blijft dus niet achter bij het UWV! Indien u een WGA Eigenrisicodragerverzekering heeft afgesloten dan biedt deze géén inloopdekking. Des te belangrijker om voor de bedrijfsovername goed te onderzoeken of er sprake is van lopende WGA-uitkeringen. Zijn er lopende WGA-uitkeringen en wilt u het bedrijf toch overnemen? Dan is het goed om te onderzoeken of het bedrijf een WGA Eigenrisicodragerverzekering heeft afgesloten. Zodra dit het geval is, valt de schade onder het uitlooprisico van deze verzekering.

Heeft het over te nemen bedrijf géén WGA Eigenrisicodragerverzekering? Dan kunt u met het bedrijf overeenkomen dat de schade in mindering wordt gebracht op de koopsom.

Door: Natascha Schenk

Een gesprek met de bedrijfsarts kan spannend zijn. Er hangt tenslotte veel van af omdat de bedrijfsarts een belangrijke rol heeft in jouw re-integratietraject. Eerdere gesprekken verliepen moeizaam en daarom wil je het volgende gesprek opnemen. Maar mag dat wel? En heb je voorafgaande toestemming van de bedrijfsarts nodig?

Opnemen van het gesprek
Het Tuchtcollege oordeelt in een recente uitspraak dat je het gesprek met de bedrijfsarts mag opnemen. In de uitspraak is te lezen: “Het is de patiënt op ieder moment toegestaan om een gesprek met een arts voor eigen gebruik op te nemen. Dit volgt onder meer uit de ‘Handreiking Opnemen van gesprekken door patiënten’ van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG).”

Toestemming
Volgens het Tuchtcollege hoef je daarvoor geen toestemming te vragen aan de bedrijfsarts. Daarover schrijft het Tuchtcollege: “Hoewel het heimelijk opnemen van gesprekken niet netjes is, is het de patiënt niet verplicht om de arts op voorhand om toestemming te vragen voor de opname.”

Spreekuur
In deze uitspraak weigerde de bedrijfsarts het spreekuur door te laten gaan zolang de werknemer erop stond het spreekuur op te nemen (met een geluidsopname). Ook daar is het Tuchtcollege het niet mee eens. De bedrijfsarts had de werknemer niet mogen verbieden het gesprek op te nemen en het spreekuur had gewoon moeten plaatsvinden. Nu dat spreekuur niet heeft plaatsgevonden, maar de bedrijfsarts wél een re-integratie advies heeft gegeven, is dat advies onzorgvuldig tot stand gekomen.

Tip!
Vaak ligt aan de wens om het gesprek op te nemen, een wantrouwen ten grondslag. Probeer dat bespreekbaar te maken bij de bedrijfsarts. Lukt dat niet? Wellicht kan de casemanager of de werkgever daarin nog iets betekenen. Wil je het gesprek met de bedrijfsarts tóch opnemen en weigert de bedrijfsarts dat? Kijk dan eens naar de klachtenregeling van arbodienst/bedrijfsarts en wijs ze op deze uitspraak van het Tuchtcollege.

Achtergrond informatie

Deze blog schreef ik naar aanleiding van deze uitspraak van het Regionaal Tuchtcollege: https://tuchtrecht.overheid.nl/zoeken/resultaat/uitspraak/2022/ECLI_NL_TGZRAMS_2022_31

Meer lezen over de KNMG-handreiking waarnaar het College verwijst? Dat kan hier:
https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/actualiteit-opinie/nieuws/nieuwsbericht/handreiking-voor-artsen-over-het-opnemen-van-gesprekken-door-patienten.htm#:~:text=25%20oktober%202017-,Handreiking%20voor%20artsen%20over%20het%20opnemen%20van%20gesprekken%20door%20pati%C3%ABnten,en%20de%20zorg%20verder%20helpt.
https://www.knmg.nl/advies-richtlijnen/dossiers/opnemen-van-het-gesprek.htm

Door: Natascha Schenk

Werkgevers opgelet! De “Regeling compensatie transitievergoeding” is bij de meeste werkgevers bekend, maar weet je ook welke mogelijkheden je hebt als aan jouw zieke werknemer een vervroegde IVA-uitkering is toegekend? Kun je dan ook (vervroegd) het dienstverband beëindigen en aanspraak maken op de compensatie van de transitievergoeding?

Compensatie transitievergoeding
Werkgevers hebben (onder voorwaarden) recht op compensatie van de transitievergoeding die zij aan de zieke werknemer betalen na het eindigen van het dienstverband. Eén van die voorwaarden is dat het dienstverband eindigt na het aflopen van het opzegverbod tijdens ziekte. Dat opzegverbod geldt twee jaar. Dit hangt samen met de WIA-wachttijd van 104 weken.

Maar wat als de vervroegde IVA-uitkering is toegekend? Dan is sprake van een verkorte wachttijd. Betekent dit ook dat je al eerder het dienstverband kunt beëindigen mét recht op compensatie van de transitievergoeding? Nee!

Uitspraken rechtbank
Verschillende rechtbanken hebben hier inmiddels over geoordeeld. Beëindig je het dienstverband gedurende de eerste twee jaar van het verzuim, ook al is een vervroegde IVA-uitkering toegekend, dan heb je géén recht op compensatie van de transitievergoeding. Dat als gevolg daarvan arbeidsovereenkomsten onnodig lang door lopen, verandert daar niets aan.

Ook een beroep op de bekende Xella-uitspraak helpt je niet verder. Op basis van die uitspraak kunnen werknemers met een slapend dienstverband hun werkgever verzoeken om beëindiging van het dienstverband met toekenning van een vergoeding.

Intern beleid UWV
In één van de uitspraken is te lezen dat het UWV intern beleid heeft waarin staat dat werkgevers die opzeggen na 104 weken loondoorbetaling (en daarmee 2 à 3 dagen vóór het verstrijken van het opzegverbod van 2 jaar) niet tegengeworpen krijgen dat zij de arbeidsovereenkomst binnen de termijn van 2 jaar hebben opgezegd.

Tip!

Wil je compensatie van de transitievergoeding die je moet betalen aan de zieke werknemer? Zorg dan dat je het dienstverband niet gedurende de eerste 104 weken opzegt.

Meer lezen? Wil je de uitspraken lezen van de rechtbank waarop deze post is gebaseerd? Kijk dan hier:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOBR:2022:984
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBROT:2021:7057
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBZWB:2022:1409
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBLIM:2021:7041

De regeling compensatie transitievergoeding vind je hier:
https://wetten.overheid.nl/BWBR0041942/2022-04-01

Door: Natascha Schenk

“De slager die zijn eigen vlees keurt”. Zo zien veel van mijn cliënten het als hun bezwaarschrift beoordeeld wordt door een andere UWV-arts. Voor hun gevoel houden de UWV-artsen elkaar de hand boven het hoofd en hebben zij geen eerlijke kans als zij in bezwaar gaan. Maar hoe bekijkt de rechter dit? Is sprake van een objectieve beoordeling in bezwaar als die wordt uitgevoerd door artsen die ook voor het UWV werken?

Bezwaarprocedure
Ga je in bezwaar tegen een ZW- of WIA beslissing? Dan komen daar vaak medische bezwaargronden bij kijken. Bijvoorbeeld omdat je het niet eens bent met de geschetste belastbaarheid. De beoordeling van de medische aspecten uit jouw bezwaar wordt gedaan door een verzekeringsarts bezwaar en beroep. Dit moet altijd een andere verzekeringsarts zijn dan de arts die betrokken was bij het besluit waartegen je bezwaar hebt ingediend. Dat staat in artikel 10 van het Reglement behandeling bezwaarschriften UWV 2022. 

Vaste rechtspraak
Regelmatig wordt er getwijfeld aan de objectiviteit van de verzekeringsarts bezwaar en beroep. Die moet namelijk het werk van zijn collega’s (van de primaire afdeling) beoordelen en mogelijk corrigeren. De rechtspraak van de Centrale Raad is op dit vlak echter al jaren duidelijk. Ook in een recente uitspraak overweegt de Centrale Raad weer: 

“Het enkele feit dat de artsen in dienst zijn van het UWV is geen grond om de juistheid van hun beoordeling in twijfel te trekken. Niet valt in te zien dat het UWV zijn oordeel niet zou mogen baseren op de bevindingen van bij hem in dienst zijnde artsen.” 

De eerlijke procesvoering wordt volgens de Centrale Raad niet geschaad door deze handelswijze. Het feit dat er geen onderzoek door een onafhankelijke deskundige heeft plaatsgevonden betekent niet per definitie dat geen sprake is van een eerlijke behandeling van de zaak.

Tip!
Ga je in (hoger) beroep tegen een beslissing van het UWV? Dan kun je de rechter vragen om inschakeling van een onafhankelijke deskundige. De rechter hanteert daarbij het volgende stappenplan: 
1. Zorgvuldigheid van de besluitvorming;
2. Equality of arms (evenwicht tussen UWV en betrokkene); en 
3. Inhoudelijke beoordeling.

Het is doorgaans niet makkelijk om een onafhankelijke deskundige toegewezen te krijgen door de rechter. Laat je dus goed informeren over de criteria die hiervoor gelden zodat je je verzoek aan de rechter zo goed mogelijk kunt motiveren!

Meer weten?

Deze blog schreef ik naar aanleiding van de volgende uitspraak van de Centrale Raad van Beroep: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:714 (bekijk vooral rechtsoverweging 4.3).

Eerdere uitspraken over dit onderwerp zijn bijvoorbeeld:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2020:3008 (rechtsoverweging 4.2)
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2014:174 (rechtsoverweging 4.2)
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2001:AD5247

Wil je meer lezen over de inzet van medische deskundigen door de rechter of het UWV? Lees dan dit eens: 
https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Centrale-Raad-van-beroep/Nieuws/Paginas/Uitspraak-over-de-inzet-van-medisch-deskundigen-in-WIA-zaken.aspx
https://www.uwv.nl/overuwv/pers/nieuwsberichten/2022/reactie-uwv-op-publicaties-de-groene-amsterdammer-en-trouw.aspx

Geïnteresseerd in het reglement behandeling bezwaarschriften UWV 2022? Dat vind je hier: https://wetten.overheid.nl/BWBR0046098/2022-01-01/0

Door: Natascha Schenk

UWV kan aan de werkgever een loonsanctie opleggen als door de werkgever onvoldoende aan re-integratie is gedaan. UWV toetst de re-integratie-inspanningen alleen als een WIA-aanvraag wordt gedaan. Maar hoe zit dat als de werknemer bij UWV vraagt om ophoging van een bestaande WIA-uitkering of heropening van een eerder beëindigde of geweigerde WIA-uitkering? Kan dan een loonsanctie opgelegd worden aan de werkgever?

Juridisch kader
UWV toetst de re-integratie-inspanningen van de werkgever op het moment dat door de werknemer een WIA-uitkering wordt aangevraagd op grond van artikel 47 en 54 Wet WIA. Vraagt de werknemer geen WIA-uitkering aan? Of wordt de WIA-uitkering op een andere grond aangevraagd? Dan worden de re-integratie-inspanningen niet beoordeeld en kan aan de werkgever geen loonsanctie worden opgelegd. 

Dit klinkt wellicht nog wat cryptisch. Hoeveel werknemers (en werkgevers) weten nu op grond van welk wetsartikel een WIA-uitkering wordt aangevraagd? Daarom een praktische uitleg. 

Lopende WIA-uitkering
Heeft jouw werknemer een lopende WIA-uitkering naast zijn dienstverband bij jou? En valt de werknemer vervolgens ziek uit in die werkzaamheden? Dan kan de werknemer een melding verslechterde gezondheid doen bij het UWV. Er wordt dan in feite een herbeoordeling aangevraagd waarna de lopende WIA-uitkering verhoogd kan worden. Bij deze “WIA-aanvraag” vindt er geen re-integratie-toets plaats en kan het UWV aan de werkgever géén loonsanctie opleggen.

Oude WIA-uitkering
Heeft jouw werknemer géén lopende WIA-uitkering, maar had hij eerder wél een WIA-uitkering? Dan kan die werknemer bij UWV vragen om herleving van zijn oude WIA-uitkering. Dat kan alleen als de klachten, met dezelfde oorzaak, zijn toegenomen binnen vijf jaar na de beëindiging van de WIA-uitkering. Meldt deze werknemer zich bij jou ziek en vraagt hij bij UWV om herleving van zijn oude WIA-uitkering? Dan vindt er bij die “WIA-aanvraag” geen re-integratie-toets plaats en kan UWV aan de werkgever géén loonsanctie opleggen.

Geweigerde WIA-uitkering
Heeft jouw werknemer nooit een WIA-uitkering gehad, maar heeft hij in het verleden wél een WIA-aanvraag gedaan? Ook dan kan de werknemer wanneer zijn klachten binnen vijf jaar na de WIA-weigering toenemen met dezelfde oorzaak, het UWV vragen om de WIA-uitkering alsnog toe te kennen. Ook bij deze “WIA-aanvraag” vindt géén re-integratie-toets plaats en kan geen loonsanctie aan de werkgever opgelegd worden.

Tip!
Ook zonder reintegratie-toets heb je als werkgever een reintegratieverplichting! Deze wordt alleen niet getoetst of gesanctioneerd door UWV. Vind je het belangrijk om het sanctierisico in jouw verzuimdossiers helder te hebben? Kijk dan ook naar het uitkeringsverleden van jouw zieke werknemer. Let op! Is de WIA-uitkering langer dan vijf jaar geleden beëindigd of geweigerd? Dan wordt bij de WIA-aanvraag wél een re-integratie-toets gedaan door UWV.

Juridische grondslag nalezen?
Wil je de juridische achtergrond van deze post nalezen? Dat kan!

* Reintegratie-toets alleen bij WIA-aanvraag: artikel 25 lid 9 Wet WIA (https://wetten.overheid.nl/BWBR0019057/2022-01-01/0#Hoofdstuk3_Artikel25)
* WIA-aanvraag zoals bedoelt in artikel 25 lid 9 Wet WIA: artikel 64 lid 1 Wet WIA (https://wetten.overheid.nl/BWBR0019057/2022-01-01/0#Hoofdstuk8_Paragraaf8.1_Artikel64)

In artikel 64 lid 1 Wet WIA zie je dat enkel verwezen wordt naar een aanvraag naar het recht op een WIA-uitkering in de zin van artikel 47 en 54 Wet WIA. De ophoging of herleving van een (oude) WIA-uitkering is echter geregeld in de artikelen:
* artikel 48 Wet WIA (https://wetten.overheid.nl/BWBR0019057/2022-01-01/0#Hoofdstuk6_Paragraaf6.1_Artikel48)
* artikel 55 Wet WIA (https://wetten.overheid.nl/BWBR0019057/2022-01-01/0#Hoofdstuk7_Paragraaf7.1_Artikel55)
* artikel 50 Wet WIA (https://wetten.overheid.nl/BWBR0019057/2022-01-01/0#Hoofdstuk6_Paragraaf6.1_Artikel50)
* artikel 57 Wet WIA (https://wetten.overheid.nl/BWBR0019057/2022-01-01/0#Hoofdstuk7_Paragraaf7.1_Artikel57)

Door: Natascha Schenk

Bijna wekelijks hoor ik het: “Sinds ik ziek ben, is mijn concentratie zo slecht!”. En toch zie je bij WIA-beoordelingen maar zelden dat het UWV een beperking aanneemt ten aanzien van het “vasthouden van de aandacht”. Hoe zit dat? Waarom lijkt het bijna onmogelijk een beperking op dit FML-item te krijgen?

Half uur
Volgens het CBBS is pas sprake van een beperking in de concentratie als je niet in staat bent minstens een half uur de aandacht op één informatiebron te richten. Het is goed je te realiseren dat het UWV niet beoordeeld of je concentratie slechter is geworden dan je gewend was, maar dat zij enkel kijken of je in staat bent je aandacht een half uur vast te houden. Kon je voorheen met gemak vier uur aaneengesloten geconcentreerd bezig zijn, en lukt dat nu nog maar drie kwartier, dan is dat wel een enorme achteruitgang maar géén beperking in de zin van de WIA-beoordeling. Je kan je immers nog steeds minstens een half uur concentreren.

Ernstige stoornis
Een andere hobbel die genomen moet worden, is die van de “ernstige stoornis”. In het CBBS staat namelijk dat een beperking in het vasthouden van de aandacht over het algemeen alleen voorkomt bij mensen met een ernstige stoornis. Voorbeelden daarvan zijn: manische episode, psychose, ernstige depressie of hersenschade. Heb je een (bijvoorbeeld) een matige depressie? Dan voldoe je in feite niet aan deze “voorwaarde”. 

Spreekuur
De UWV-arts kijkt niet alleen of je een ernstige stoornis hebt, maar kijkt ook naar jouw gedrag tijdens het spreekuur. De vuistregel is namelijk dat wanneer je tijdens het spreekuur het gesprek kan begrijpen en adequaat kan reageren, het niet aannemelijk is dat je beperkt bent ten aanzien van het vasthouden van de aandacht.

Tip!
Er is rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep waaruit blijkt dat het UWV, ook zonder ernstige stoornis, tóch een beperking op het vasthouden van de aandacht kan aannemen. Schroom niet om dit onder de aandacht van het UWV te brengen. Een beperking op dit FML-item heeft doorgaans een groot effect op de hoogte van het arbeidsongeschiktheidspercentage!

Achtergrondinformatie

Meer tekst en uitleg over FML-item 1.1. “Vasthouden van de aandacht in het dagelijks functioneren” vind je in de Basisinformatie CBBS 5 van mei 2020.

De rechtspraak waarnaar ik verwijs, op basis waarvan een beperking op het vasthouden van de aandacht ook mogelijk is zonder ernstige stoornis, vind je hier:
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2013:1647
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2015:1776
https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2019:1386

Daarin lees je onder andere:
” Op grond van vaste rechtspraak (zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 4 september 2013, ECLI:NL:CRVB:2013:1647) kan een verzekeringsarts een beperking stellen bij beoordelingspunten 1.1 tot en met 1.8, ook als geen sprake is van een ernstige stoornis, waarbij van belang is dat de beoordeling door de verzekeringsarts voldoende en inzichtelijk moet worden gemotiveerd.”