Door: Natascha Schenk
Een loonsanctie van het UWV omdat de bedrijfsarts te weinig beperkingen heeft aangenomen?! Ja hoor, ook dat komt voor in praktijk. Deze bedrijfsarts nam geen fysieke beperkingen aan terwijl er wél een lichamelijke aandoening was. Dat kom de werkgever duur te staan. Hoe zit dat?
Bedrijfsarts
De bedrijfsarts wist dat sprake was van een lichamelijke aandoening en heeft ook overwogen fysieke beperkingen aan te nemen. Hij heeft dit echter niet gedaan omdat de werknemer zijn eigen werk zó graag wilde blijven doen. De bedrijfsarts is daarom meegegaan in de wens van werknemer om geen fysieke beperkingen op te nemen in de FML. Werknemer bleef op die wijze (op papier) geschikt voor het eigen werk.
UWV
Het UWV gaat daarin niet mee. Er waren wel degelijk fysieke beperkingen. Uit het arbeidsdeskundig onderzoek dat namens werkgever is gedaan, blijkt dat het eigen werk passend is en dat een tweede spoortraject achterwege kan blijven. Dit advies was echter gebaseerd op de FML van de bedrijfsarts, zonder de fysieke beperkingen. Bovendien is er weinig onderzoek gedaan naar de fysieke belasting in het eigen werk. Volgens het UWV is daardoor ten onrechte afgezien van spoor 2.
Rechtbank
De rechtbank is het eens met het UWV. Dat de bedrijfsarts zelf heeft aangegeven bij het UWV dat hij het eens is met de FML van de UWV-verzekeringsarts, speelt daarbij ook een rol. De werkgever heeft nog aangegeven dat een tweede spoor niet wenselijk was omdat werknemer een IQ van 71 heeft en bovendien last had van psychische klachten waardoor spoor 1 de grootste kans van slagen had. Ook dat argument mocht niet baten.
Werkgever
Deze zaak is behandeld door de rechtbank Oost-Brabant. Dezelfde rechtbank die eerder voor werkgevers een zeer gunstige nuancering maakte op de vaste rechtspraak van de Centrale Raad. Op basis van die vaste rechtspraak ben je, kortgezegd, als werkgever voor alles en iedereen verantwoordelijk tijdens de re-integratie. De rechtbank Oost-Brabant nuanceerde dat vorige jaar door te stellen dat dit niet opgaat wanneer je als werkgever mocht vertrouwen op het advies dat je kreeg van de door jou ingeschakelde deskundige.
Logischerwijze doet de werkgever in deze zaak ook een beroep op die uitspraak. Maar ook dat helpt hem niet verder. De werkgever heeft namelijk gedurende de reintegratie niet alle adviezen opgevolgd van de bedrijfsarts. In dat geval gaat de nuancering van de rechtbank Oost-Brabant dus niet op!
Tip!
De rechtbank laat duidelijk merken dat het volledig ziekmelden van de werknemer door de werkgever zonder dat daar een oordeel van de bedrijfsarts aan ten grondslag lag, de werkgever aangerekend wordt. Dat is ook de reden dat de werkgever geen baat heeft bij de genuanceerde rechtspraak van de rechtbank Oost-Brabant. Dus werkgevers: besluit niet zelf dat een werknemer niet meer aan het werk kan, maar laat dit eerst toetsen door de bedrijfsarts!
Meer lezen hierover?
De uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant die ik in deze post bespreek, kun je hier vinden: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOBR:2023:155
Meer weten over de genuanceerde lijn die de rechtbank Oost-Brabant aanhangt als het gaat om loonsancties? Lees dan deze post eens: https://www.linkedin.com/posts/natascha-schenk-483b1932_uwv-bedrijfsarts-rechtspraak-activity-6979811187735597056-aaPB?utm_source=share&utm_medium=member_desktop
Voor rechtshulpverleners is het interessant om te weten dat je geen geslaagd beroep kunt doen op de nuancering van de rechtbank Oost-Brabant als de werkgever gedurende de re-integratie niet alle adviezen van de bedrijfsarts heeft opgevolgd:
“Deze nuancering kan eiseres echter niet baten. Eiseres heeft namelijk niet in voldoende mate gehandeld volgens de adviezen van de bedrijfsarts. Dat geldt in enige mate voor het pas op 19 oktober 2020 volledig hersteld melden van de werknemer, terwijl de bedrijfsarts al op 20 augustus 2020 had aangegeven dat er geen reden was om de werknemer langer arbeidsongeschikt te beschouwen. Maar het gaat vooral om het volledig ziekmelden van de werknemer medio april 2021, terwijl daar geen enkel advies van de bedrijfsarts aan ten grondslag ligt.”