Door: Natascha Schenk
De gevraagde herbeoordeling bij het UWV leidt tot een IVA-toekenning. Dat wordt meestal gezien als een goede uitkomst. Maar de volgende vraag is: per wanneer moet de IVA-uitkering toegekend worden?
Hoofdregel
De Centrale Raad heeft al eerder geoordeeld dat als hoofdregel geldt, dat de IVA-uitkering ingaat per de datum van het herbeoordelingsverzoek.
Dien je op 1 augustus 2023 een herbeoordelingsverzoek, en blijkt daaruit dat je recht hebt op een IVA-uitkering, dan wordt de IVA-uitkering toegekend per 1 augustus 2023. Ook als de feitelijke beoordeling ná die datum plaatsvond vanwege de lange wachttijd bij het UWV.
Uitzondering
Uit vaste rechtspraak van de Centrale Raad blijkt ook dat er twee uitzonderingen zijn:
* de aanvrager heeft een aannemelijke eerdere datum doorgegeven in het herbeoordelingsverzoek; of
* de UWV-verzekeringsarts kan zelf een aannemelijke datum aanwijzen.
Grens
Uit artikel 64 lid 11 Wet WIA volgt echter wél een grens: de IVA-uitkering kan niet eerder ingaan dan 52 weken voorafgaand aan de dag waarop het UWV heeft vastgesteld dat sprake is van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid, tenzij sprake is van een bijzonder geval.
In dat kader oordeelde de Centrale Raad in een zaak waarin:
* vanaf juli 2012 sprake was van volledige en duurzame arbeidsongeschiktheid;
* dit op een spreekuur in juli 2019 werd vastgesteld door het UWV;
* de IVA-uitkering tóch slechts per juli 2018 kon worden toegekend.
Bijzonder geval
Al eerder is geprocedeerd over de vraag of het niet-uitvoeren van een wél-geplande herbeoordeling, een “bijzonder geval” is. Dat komt immers in deze tijd veel voor. Het UWV komt vaak niet toe aan (door hen zelf) geïndiceerde herbeoordelingen.
De Centrale Raad gaat hierin niet mee. Het feit dat het UWV wél aanleiding zag een herbeoordeling te indiceren (bijvoorbeeld na een jaar) maar dit niet uitvoerde, en uit die herbeoordeling vermoedelijk was gebleken dat al sprake was van een IVA-situatie, is géén bijzondere omstandigheid die maakt dat met méér terugwerkende kracht een IVA-uitkering toegekend kan worden.
Tip!
Maak je géén bezwaar tegen het eindewachttijdbesluit of het omslagbesluit? Dan wordt het zeer lastig om bij een herbeoordelingsverzoek nog te claimen dat de IVA-uitkering moet ingaan vóór de datum van dat besluit.
Voorbeeld: tegen het omslagbesluit van de loongerelateerde uitkering naar de loonaanvullingsuitkering/vervolguitkering per 1 januari 2021 is geen bezwaar gemaakt. Uit de herbeoordeling in juni 2023 blijkt dat ook per 1 januari 2021 al sprake was van een IVA-situatie.
De IVA-uitkering wordt toegekend vanaf 52 weken voor juni 2023. Claim je meer dan 52 weken terugwerkende kracht? Dan kan het je tegengeworpen worden dat je geen bezwaar hebt ingediend tegen het omslagbesluit. Houd daar dus rekening mee!
Meer informatie
Deze post schreef ik naar aanleiding van deze uitspraak van de Centrale Raad: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2024:103 Daarin lees je zowel de hoofdregel als de uitzondering die ik hier bespreek.
De zaak waarnaar ik verwijs in het kader van de “maximale 52 weken terug-regel” lees je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2023:1216
De uitspraak waarin de Centrale Raad oordeelt dat een wél-geplande maar niet-uitgevoerde herbeoordeling niet leidt tot een “bijzonder geval”, lees je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:2258
Dat je als werkgever of werknemer zelf al eerder een herbeoordeling had moeten aanvragen, lees je onder andere in deze uitspraken:
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2023:1423
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2023:959
Dat het niet indienen van een bezwaarschrift tegen eerdere besluiten ook wordt betrokken bij de beoordeling door de rechter blijkt uit deze uitspraken:
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2024:103
* https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:2258