Door: Natascha Schenk
Ben je zo ziek dat je niet meer kunt werken en is ook de verwachting dat je dat in de toekomst niet meer kunt? Dan kun je een vervroegde IVA-aanvraag doen. Daarvoor heb je wel een verklaring nodig van de bedrijfsarts. Maar wat als je niet bij machte bent om die verklaring op te sturen naar het UWV, mag de aanvraag dan afgewezen worden? En wat als je de verklaring daarna wél opstuurt?
Toetsingskader
Voor toekenning van een vervroegde IVA-uitkering moet je volledig én duurzaam arbeidsongeschikt zijn. Er geldt in dit kader een beperkt “duurzaamheidsbegrip”. Die is anders dan bij een reguliere beoordeling na 104 weken ziekte. Bij een vervroegde aanvraag is duurzaam:
* een medisch stabiele of verslechterde situatie.
Na 104 weken ziekte wordt onder duurzaam verstaan:
* medisch stabiele of verslechterende situatie, of
* medische situatie waarbij op lange termijn een geringe kans op herstel bestaat
Daarom kan het voorkomen dat een vervroegde IVA-aanvraag afgewezen wordt maar de IVA-uitkering na 104 weken wél toegekend wordt.
Verklaring bedrijfsarts
Bij een vervroegde IVA-aanvraag moet je een verklaring van de bedrijfsarts toevoegen (artikel 66 lid 5 Wet WIA). Heb je die verklaring niet, dan wordt jouw aanvraag niet in behandeling genomen door het UWV.
Uit de verklaring moet blijken:
* wat de medische situatie is;
* wat de vooruitzichten zijn;
* welke medische specialistische onderzoeken of behandelingen zijn ondergaan.
Geen toets re-integratieverslag
Ook goed om te weten: bij de vervroegde IVA-aanvraag hoef je geen re-integratiestukken te overleggen (artikel 66 lid 6 Wet WIA). Het UWV beoordeelt dus niet of er voldoende aan re-integratie is gedaan.
Geen werkgever
Heb je geen werkgever meer en ontvang je een Ziektewet-uitkering van UWV? Ook dan kun je een vervroegde IVA-aanvraag doen. Je hoeft dan geen verklaring van de bedrijfsarts te overleggen (artikel 66 lid 7 Wet WIA). Die heb je immers niet.
Rechtbank
De rechtbank Overijssel oordeelde recent dat een vervroegde IVA-aanvraag buiten behandeling mocht blijven omdat de aanvrager geen verklaring van de bedrijfsarts meezond. Die verklaring was er wél maar de aanvrager was zó ziek dat zij de verklaring niet kon opsturen naar UWV. Toen de verklaring later alsnog toegezonden werd, was de vervroegde IVA-aanvraag al afgewezen. Omdat de vervroegde IVA-aanvraag maar één keer gedaan kan worden, was de kans op een vervroegde IVA-uitkering vervlogen.
Tip!
De rechtbank legt uit dat een uitzondering op deze strenge regels bestaat. Als de aanvrager in de “absolute onmogelijkheid” verkeerde de verklaring van de bedrijfsarts mee te zenden, dan moet UWV de vervroegde IVA-aanvraag tóch in behandeling nemen. Denk daarbij aan wilsonbekwaamheid of een comateuze toestand. Daarvan was in deze zaak geen sprake maar als je hiermee te maken krijgt, is het goed om deze rechtspraak bij de hand te houden.
Meer lezen?
De uitspraak nalezen van de rechtbank Overijssel? Je vindt hem hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBOVE:2023:4410