Door: Natascha Schenk
De duur van jouw WW-uitkering (en ook van de loongerelateerde WGA-uitkering) is afhankelijk van je arbeidsverleden. Hoe langer je gewerkt hebt, hoe langer je recht hebt op een WW-uitkering als je werkloos wordt. Maar hoe gaat dat als je afwisselend werkt en werkloos bent? Mag je gewerkte weken en jaren dan telkens opnieuw meetellen?
Wekeneis
Om te voldoen aan de wekeneis moet je:
* in de 36 weken voorafgaand aan je eerste werkloosheidsdag;
* in ten minste 26 kalenderweken;
* ten minste 1 arbeidsuur hebben.
Voldoen je daaraan? Dan heb je recht op een kortdurende WW van 3 maanden. Let op! Het is niet verplicht dat je gewerkt hebt in deze weken. Het is voldoende dat je in die weken recht had op loon over minimaal 1 uur per week. Werd je bijvoorbeeld vrijgesteld van werk maar kreeg je wel loon doorbetaald? Dan telt dit als een arbeidsuur en telt deze week mee voor de wekeneis.
Jareneis
Om een langere WW-uitkering te krijgen moet je ook voldoen aan de jareneis door:
* in de 5 kalenderjaren voorafgaand aan het kalenderjaar waarin je werkloos werd;
* in ten minste 4 kalenderjaren;
* minimaal 208 verloonde uren per jaar te hebben.
Als je ook aan deze eis voldoet, krijg je een langere WW-uitkering van maximaal 24 maanden.
Dubbeltellen
Voor de wekeneis geldt dat je weken niet dubbel mag tellen. Als de weken één keer zijn meegeteld en hebben geleid tot toekenning van een WW-uitkering, dan moet je opnieuw weer aan de wekeneis voldoen om recht te hebben op een nieuw WW-recht. Voor de jareneis is dat anders. Kalenderjaren kunnen wél verschillende keren meegeteld worden.
Voorbeeld 1
In een recente zaak bij de Centrale Raad ging het om een werknemer die:
* van 1 mei 2017 tot 1 januari 2018 werkte;
* vanaf 1 januari 2018 een WW-uitkering kreeg van 3 maanden;
* per 8 maart 2018 ziek werd vanuit de WW;
* per 2 april 2018 een ZW-uitkering kreeg die op 3 juni 2019 eindigde.
Werknemer wil per 3 juni 2019 weer een WW-uitkering. Dat kan niet. De gewerkte weken hebben eerder al geleid tot een WW-uitkering. Die WW heeft zijn maximale duur bereikt en er is sinds 1 januari 2018 niet meer gewerkt. Geen recht op een WW dus.
Voorbeeld 2
Werknemer werkt voldoende in de jaren 2010 tot en met 2022. In 2023 wordt hij werkloos. Hij voldoet zowel aan de wekeneis als de jareneis. Voor de jareneis wordt gekeken naar de jaren 2022, 2021, 2020, 2019 en 2018.
Gaat deze werknemer opnieuw werken en wordt hij in 2024 weer werkloos? Dan wordt voor de jareneis gekeken naar de jaren 2023, 2022, 2021, 2020 en 2019. Dat die jaren al eens zijn meegeteld voor een eerder WW-recht is geen probleem. Er is opnieuw recht op een langdurende WW.
Tip!
Deze informatie is ook van belang bij het onderhandelen over een beëindigingsovereenkomst. Zorg dus dat je goed zicht hebt op jouw opgebouwde arbeidsverleden en de bijbehorende WW-rechten voordat je een einddatum afspreekt!
Achtergrondinformatie
De uitspraak waarnaar ik verwijs in voorbeeld 1, vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2023:103
Dat weken voor de wekeneis niet dubbel geteld mogen worden, staat in artikel 17a lid 2 WW: https://wetten.overheid.nl/BWBR0004045/2022-08-02/0#HoofdstukII_Paragraaf1_Artikel17a
Nog twee voorbeelden van situaties waarin het belangrijk is dat je inzicht hebt in je arbeidsverleden bij de onderhandeling over een beeindigingsovereenkomst:
* Als je nog niet zo veel jaren werkt, kan het veel verschil maken of je per 15 december of per 15 januari uit dienst gaat. Het jaar waarin je werkloos wordt telt namelijk niet mee voor de jareneis. Er wordt gekeken naar de 5 jaren daarvoor. Het ontslag kan dan beter ingaan in januari dan in december.
* Datzelfde geldt voor beëindiging van een kortlopend dienstverband. Als er verder niet of weinig gewerkt is, doe je er goed aan het dienstverband pas te beëindigen als er ten minste 26 weken loon is ontvangen. Anders is er geen recht op WW.