Door: Natascha Schenk
De hoofdregel is dat je tijdens de re-integratie van je zieke werknemer ten minste éénmaal een tweede spoortraject inzet en afrond. Daarmee start je, in principe, binnen zes weken na de eerstejaars evaluatie. Maar wat als jouw zieke werknemer om medische redenen pas veel later kan starten met het tweede spoortraject? Wat kan dan in redelijkheid nog verwacht worden qua inhoud van dat traject?
Uitstel tweede spoor
Het tweede spoortraject kan uitgesteld worden als de zieke werknemer op het moment van de eerstejaars evaluatie géén benutbare mogelijkheden heeft. Verbetert de situatie van je zieke werknemer en zijn er weer benutbare mogelijkheden? Dan moet uiterlijk binnen acht weken een tweede spoortraject gestart worden.
Opstarten en afronden
Het uitgangspunt is dat een tweede spoortraject voor het einde van de wachttijd opgestart en afgerond is. Afronden kan niet altijd. Bijvoorbeeld als het traject om medische redenen pas veel later kon starten. In dat geval is het enkel opstarten van het traject ook voldoende. Onder “opstarten” wordt in dat geval verstaan:
* ingekocht, en
* ingezet.
Casus
Werknemer kon pas beginnen met het tweede spoortraject op 10 december 2018 terwijl op 26 januari 2019 het einde van de wachttijd werd bereikt. Het UWV erkent dat het traject niet eerder kon starten maar vindt het ingezette traject niet adequaat. Het is namelijk niet duidelijk op welke wijze de afstand van de werknemer tot de arbeidsmarkt wordt verkleind. De werkgever krijgt daarom een loonsanctie.
Centrale raad
Daar gaat de Centrale Raad niet in mee! Het re-integratieplan van het tweede spoortraject voldoet aan de eisen die daarvoor gelden. Het bevat:
* een vastgesteld persoonsprofiel;
* een beredeneerd zoekprofiel;
* een overzicht van de rapportagemomenten.
Dit kan allemaal “afgevinkt” worden. In de relatief korte periode die er was voor het tweede spoortraject, is het volgende gedaan:
* persoonsprofiel gemaakt;
* beroepskeuzetest gedaan;
* tweewekelijks coachingsgesprekken gevoerd;
* ondersteuning bij het maken van sollicitatiebrieven en CV;
* vacaturetool aangereikt;
* tweemaal gesolliciteerd en contact gelegd met de werkgevers van die vacatures.
De Centrale Raad meent dat in redelijkheid niet van de werkgever verwacht kon worden dat hij in deze korte tijd óók nog stappen zette om de afstand tot de arbeidsmarkt te verkleinen. De loonsanctie kan dus niet in stand blijven!
Tip!
Begint jouw zieke werknemer ook later met een tweede spoortraject? Zorg dan dat in ieder geval bovenstaande activiteiten worden verricht. Je kunt niet álles doen, dat is duidelijk. Maar je zal de beperkte tijd die je hebt, wel goed moeten benutten.
Meer weten?
Deze blog schreef ik naar aanleiding van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep. Die uitspraak vind je hier: https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:CRVB:2022:2079 (vooral rechtsoverweging 4.3 en 4.4 zijn interessant!).
Dat een tweede spoortraject uitgesteld kan worden als er géén benutbare mogelijkheden zijn, lees je op pagina 12 van de Werkwijzer Poortwachter (alinea 4.3.2). Daar vind je ook de genoemde termijn van acht weken.
Dat bij een later gestart tweede spoortraject het voldoende is om deze “ingekocht en ingezet” te hebben, vind je terug op pagina 29 van de Werkwijzer Poortwachter (alinea 10.2.3).